-24-
In de nota van het Ingenieursbureau staat, dat het waarschijnlijk onver
mijdelijk zal zijn dat er onder de woningen kruipruimten komen. Hij heeft
gevraagd, of dat geen extra kosten met zich meebrengt. En als dat zo is,
gaat dat dan ten koste van de huur of van de woninggrootte?
Raadslid van Hooydonk-Rijken merkt op, dat sommige fracties al bezig zijn
met de invulling van een bouwlocatie, die nog vastgesteld moet worden.
Dat gaat ook haar te ver. De heer Joosen heeft haar aangesproken over de
voorzieningen in Teteringen-WestDaar wonen, zo zei hij, voor 70% oudere
mensen en zij zou geen oog hebben voor de Middenstand. Zij verschilt
daarover met de heer Joosen van gedachten. Want ook zij draagt de Midden
stand een warm hart toe. De beslissing, waarvoor de raad thans staat,
komt pas tot ontwikkeling over vier a vijf jaar. De Middenstand is toch
meer gebaat bij hetgeen er nu gebouwd wordt? Daarom neemt zij van haar
stelling niets terug.
De opmerking van de heer van de Kreeke inzake de achterbannen van de
fracties heeft zij precies hetzelfde gevoeld als de C.D.A.-fractie. Zij
wenst daar boven te staan. Haar fractie heeft in alle eerlijkheid een be
slissing genomen en daar staat zij voor. De heer van de Kreeke neemt het
haar kwalijk, dat zij heeft gezegd, dat het hem aan kennis en inzicht
ontbreekt inzake locatie D. Maar zö vindt zij dat. Men kan niet afgaan op
een puntenstelsel. Dat stelsel, eenmaal naar buiten gebracht, is een
eigen leven gaan leiden. En ieder, die deze punten onder ogen krijgt,
brengt er zijn nuances in aan, want eenieder heeft zijn eigen inzicht. Is
dat nu een goed motief om daarvan de keuze van een bouwlocatie te laten
afhangen? Men moet met twee benen in dit dorp staan, om zich heen kijken,
waarnemen, hoe de verhoudingen zijn en wat er komt kijken als men zo'n
locatie aankoopt, want de heer van de Kreeke denkt nog steeds, dat alleen
maar de grond aangekocht behoeft te worden, daarbij over het hoofd ziend,
dat er ook nog bedrijfsgebouwen in gelegen zijn, die een grote investe
ring vragen.
Raadslid van de Kreeke constateert, dat mevrouw van Hooydonk-Rijken wel
zegt, dat het hem aan kennis ontbreekt, maar hij heeft vrijwel hetzelfde
gezegd als het bureau Ruys en Bolder in zijn notitie keuze bouwlocatie.
Dit bureau zegt over locatie D: de eigendomssituatie is weinig gecompli
ceerd. De P.v.d.A. zou het ontbreken aan kennis en inzicht. Maar zij
heeft geciteerd uit een notitie van het stedebouwkundig bureau, welke no
titie door het college geaccepteerd is. Dat is een heel ernstige zaak.
Mevrouw van Hooydonk heeft wel erg zware woorden gebruikt.