-25-
Raadslid van Hooydonk-Rijken zegt, dat een en ander dan wel zo zal blij
ven, want zij is er anders van overtuigd.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt in haar antwoord aan raadslid de Lange,
dat ze zich slechts kan herinneren, dat hij in de eerste termijn niet an
ders gezegd heeft,dat voor zijn fractie de Middenstand zeer belangrijk is
en dat, ondanks het feit, dat hij ook andere argumenten heeft, het behoud
van de Middenstand doorslaggevend is.
Raadslid de Lange interrumpeert en zegt, dat hij betoogd heeft, dat zijn
fractie aan de Middenstand de hoogste factor toegekend heeft. Dat bete
kent niet, dat ook andere argumenten niet ook zwaar hebben gewogen.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk antwoordt, dat zij dan de juiste conclusie
getrokken heeft, namelijk dat de Middenstand de belangrijkste factor is.
Raadslid van de Kreeke heeft terecht geconstateerd, dat het college er
tegenstander van is om de sociale woningbouw te gebruiken voor andere doe
len dan om er goed in te wonen.
Raadslid van de Kreeke vraagt bij interruptie, of het college dan afstand
neemt van de opmerking van de stedebouwkundigedat er ter plaatse een
gesloten bebouwing moet komen.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt, dat er alle vormen van gesloten bebou
wing mogelijk zijn.
Raadslid van de Kreeke wil graag weten, of het college afstand neemt van
hetgeen de stedebouwkundige gezegd heeft.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt, dat daar geen afstand van genomen be
hoeft te worden. Men moet immers "gesloten bebouwing" niet zonder meer
associëren met sociale woningbouw. Er is immers ook vrije-sectorbouw in
gesloten bebouwing mogelijk.
Raadslid van de Kreeke heeft dat nog nooit meegemaakt.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk adviseert de heer van de Kreeke, om dan maar
eens goed rond te kijken. Zij zou daar best wat voorbeelden van kunnen
aangeven elders. Ihans kan niet ingegaan worden op details, die straks in
het bestemmingsplan ingevuld moeten worden. Ook pas in een later stadium
kan bekend worden, of er woningen met kruipruimten gebouwd moeten worden
en of dat duurder is. Indien dat laatste het geval is zal nagegaan moeten
worden, op welke wijze dat betaald moet worden. Het gaat thans te ver om
vast te stellen, dat de huren hoger zullen moeten worden tengevolge van
het feit, dat op locatie E gebouwd moet worden.
Raadslid van de Kreeke zegt, dat het van belang kan zijn bij de keuze van
een bouwlocatie, of er al dan niet financiële offers gebracht moeten wor
den bij het realiseren van de sociale woningbouw op een bepaalde locatie.