gezegd, maar het was uit hun woorden op te maken. De voorzitter heeft gezegd, dat het bij de gemeente niet bekend is of de ene woning meer scheurt dan de andere De voorzitter zegt, dat hij dit niet zó gezegd heeft. Raadslid van de Kreeke vervolgt en zegt, dat hij heeft genoteerd, dat de voorzitter gezegd heeft, dat niet geconstateerd is, dat de scheurvorming in de woningen van hen, die het meest klagen, groter is dan in de andere woningen De voorzitter zegt nogmaals, dat hij dit niet gezegd heeft. Hij heeft be toogd: Mij is niet bekend of. Raadslid van de Kreeke stemt hiermee in. Maar als het bij de voorzitter niet bekend is en het is wel bekend, want dat wordt toch gesuggereerd, bij diverse raadsleden (spreker wijst in dit verband naar de betogen van Mevrouw van Hooydonk-Rijken en de heer Valk)dan wordt er naar de mening van spreker gedacht, dat er op de Immenhof een paar dissidenten wonen: mensen, die er genoegen in scheppen om de gemeente met klachten te besto ken. Raadslid Valk protesteert hiertegen. Dit zijn indicaties van de heer van de Kreeke en niet van hem, spreker. Raadslid van de Kreeke zou een en ander zeer onterecht vinden. Spreker is er van overtuigd, dat het ene huis slechter is dan het andere. Hij heeft dat trouwens zelf geconstateerd. Dit is overigens de enige manier om er achter te komen of de ene woning inderdaad meer en ernstiger scheurvor ming vertoont dan de andere. Zijn fractie is overtuigd van de deskundig heid van de ambtenaren van Bouw- en Woningtoezicht, maar zij is er even zeer van overtuigd, dat T.N.O. zeer capabel is. Als T.N.O. niet in staat is precies te zeggen, waar de scheurvorming vandaan komt, en daartoe was T.N.O. kennelijk niet in staat, dan kan het zo zijn, dat ook onze ambte naren daar niet volledig toe in staat zijn. Zij kunnen natuurlijk wel constateren of de scheurvorming al dan niet toegenomen is. Raadslid Valk gaat er van uit, dat Bouw- en Woningtoezicht zijn werk goed gedaan heeft. De ambtenaren hebben ook beslist het T.N.O.-rapport gele zen. Zij hebben alles meegenomen om aan de raad een goed rapport te ge ven en daar kan de raad op afgaan. Raadslid van de Kreeke vervolgt en zegt, dat de voorzitter betoogd heeft, dat bij het toenemen van de jaren de scheurvorming relatief niet zal toe nemen. Maar de huizen zijn zo'n twaalf jaar oud. Volgens sommigen neemt nog steeds de scheurvorming toe. Dan vraagt hij zich af, wat er bedoeld wordt met: bij het toenemen der jaren, de heer de Pan heeft hem verzekerd, dat hij zijn brief op zondagavond 17 mei in de bus van het ge meentehuis gestopt heeft. Op de stempel op de brief staat, dat hij op 20 mei ingekomen is. Hij neemt aan, dat de informatie, die hij van de heer de Pan gekregen heeft, juist is en hij neemt ook aan, dat de stempel de juiste datum vermeldt. Hij weet uiteraard niet waar de brief in de tus senliggende dagen geweest is. Maar daarom vroeg zijn fractie, of deze brief niet eerder bij de raadsleden had kunnen zijn. De voorzitter heeft gesuggereerd, dat Bouw- en Woningtoezicht een rapport heeft opgesteld. Dat blijkt nu niet zo te zijn. Er is een notitie gemaakt, waarin het een en ander staat over de woningen. Kan er nu gezegd worden, dat de klachten van enkelen, een stuk of acht, onterecht zijn? Omdat de Dorpsgemeenschap zegt, dat het merendeel van de bewoners tevreden is? Moet er nu niet iets extra's gedaan worden voor hen, die meer klachten hebben dan anderen? Als er niet méér klachten zouden zijn, zou dan een advocaat zich voor die kar willen laten spannen? Spreker gelooft niet, dat er gesproken kan worden van dissidenten. Hij gelooft, dat er terecht geklaagd wordt en dat inder daad sommige woningen slechter zijn dan andere. Hij verzoekt het college de raad toe te zeggen, het achttal woningen, die wellicht slechter zijn dan de overige, nog eens extra te bekijken en te overwegen, of voor die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 30