- 11 -
bereid zijn om het landelijk beleid te volgen, is het wellicht toch goed
om het volgende betoog te houden. Ook in Nederland is er een tijd geweest
dat ouderen gerespecteerd werden en hooggeacht vanwege hun wijsheid en
ervaring. Bij sommige volken is dat nog zo. Nu is het zo, dat het gaan
behoren tot de groep van ouderen bij velen op weerstand stuit. Hoe vaak
hoor je mensen niet zeggen: "ik ben wel oud, maar ik behoor toch nog niet
bij de groep ouderen, bejaarden. Ik wil nog niet bij de Bejaardenbond
Eigenlijk is dat vreemd, want juist voor die groep wordt toch zo veel ge
daan. Zijn fractie denkt, dat het hem dat nu juist is. De bejaarde wordt
tot middelpunt van handelen gemaakt. Hij is tot cliënt gemaakt van de
welzijnsvoorzieningen. Dat welzijnswerk en die voorzieningen hebben hem
afhankelijk gemaakt. Door de welzijnsinterventies hebben wij de ouder
wordende mens gestigmatiseerd. Die stigmatisering begint al met de
cursussen, die oudere mensen moeten gaan voorbereiden op hun pensioen, de
zgn. cursus: pensioen in zicht. Daardoor wordt de pensionering gemaakt
tot een welzijnsprobleem van de individuele oudere, dat dan weer door
professionele krachten moet worden opgelost. Maar in feite is het een
probleem van de gehele hedendaagse maatschappijEen maatschappijdie de
arbeid als allesbepalend ziet en die mensen, die niet aan het arbeidspro
ces kunnen deelnemen, zoals de werklozen maar ook de ouderen - want de
maatschappij zelf heeft opgelegd, dat de oudere, gezond of ongezond, niet
meer mag werken als hij een bepaalde leeftijd heeft bereikt - het etiket
hulpbehoevend opplakt. De grens tussen de rest van de bevolking en die
oudere wordt uitsluitend bepaald door de loonarbeid. Pas aan het eind van
de 19e eeuw is de pensionering ingevoerd en is de groep ouderen als zoda
nig ontstaan. De grens is de laatste jaren door gebrek aan werk menigmaal
verlaagd, waardoor de groep ouderen groter wordt maar ook breder van sa
menstelling. Waarschijnlijk maken we deze eeuw nog mee, dat tengevolge
van de bevolkingsopbouw en de relatief weinige jongeren, die er zijn, de
grens van die leeftijd weer omhoog moet. Daarover zullen we waarschijn
lijk nog wel nadere berichten krijgen. Even nog over die stigmatisering.
In de bejaardenzorg wordt regelmatig gesproken, zoals overigens in het
gehele welzijnswerk, met behulp van postulaten, veronderstellingen, die
men - vaak onterecht - als juist aanneemt. Dat speelt vooral wat betreft
de behoeften bij bejaarden. Vaak komen niet de bejaarden zelf met behoef
ten, maar anderen hebben de pretentie om die behoeften vast te stellen.
Als men dan merkt, dat de ouder wordende mens zich van die behoeften, die
door anderen gesteld worden, niet bewust is, dan moeten de ouderen maar
geemancipeerd worden. En terwijl de overheid en de welzijnswerkers zo
bezig zijn, wil men ook nog voorkomen, dat die ouderen gestigmatiseerd
worden. In wezen is dat natuurlijk heel paradoxaal. Zijn fractie is van
mening, dat de groep ouderen het recht heeft het leven in te vullen zoals
ze zelf dat wenst. Wij, overheid en welzijnswerkers, moeten niet gaan
uitmaken wat goed is voor deze groep. Daarom zouden we er beter naar toe
kunnen werken om in de toekomst geen cursussen en voorzieningen te subsi
diëren maar de groep in zijn geheel. Spreker zegt uitdrukkelijk: in de
toekomst, want ook hij ziet in, dat zulks niet onmiddellijk te realiseren
is. Hij geeft dit slechts mee als een meningsvorming, die kan plaatsvin
den. Misschien zouden we zover moeten komen, dat er geen subsidie meer
verstrekt wordt, maar dat het beschikbare geld verdeeld wordt onder de
ouderen, eventueel naar rato van het bestedingsbedrag, dat iedere oudere
heeft. Dan kan namelijk de oudere zelf bepalen, wat hij met dat geld
doet. Om het heel concreet te stellen: wat geeft ons nu in wezen het
recht om de bejaarde extra geld in de vorm van subsidie te geven voor een
cursus discussietechniek, vergadertechniek en niét om een cadautje te ko
pen bijv. voor zijn kleinkind? Dit is uiteraard niet meteen te realise
ren, maar zijn fractie wil dit aan het college en de gemeenteraad meege-