- 12 -
ven om vanuit die invalshoek de meningsvorming in de toekomst tot stand
te laten komen. In tweede termijn zal hij wat concrete zaken aanhalen uit
de Nota Ouderenbeleid.
Raadslid van Beek-Mulders zegt, dat een goede ouderenzorg ook de zorg van
haar fractie is. Daarom is zij blij met deze ontwerp-notaZij spreekt
haar grote waardering uit aan de samenstellers. De nota zet helder uit
een, wat er in het verleden aan aktiviteiten ontwikkeld is, wat er nu
allemaal gebeurt en wat er in de toekomst nodig zal zijn, vooral in het
licht van de steeds grotere groep ouderen in vergelijking met het aantal
jongeren in deze gemeente. Duidelijk komt in deze notitie naar voren, en
ook de titel geeft dat aan, dat ouder worden een proces is, waar beweging
in zit. Het is ouder wórden; iedereen wórdt ouder. Het is goed om daar
het beleid op af te stemmen, op dat bewegingsproces. Door het aantal in
stanties, dat aktiviteiten voor ouderen ontwikkelt en de instanties, die
dat op deelgebieden doen, naast elkaar te zetten, krijgt men een goed
beeld van wat er gebeurt, wat er niet gebeurt en waar mogelijk overlap
pingen zijn of hiaten. In de geest, die de Nota ademt, kan haar fractie
zich helemaal vinden. Toch nog graag enkele accenten. Het is goed om de
aktiviteiten van het welzijnswerk en het sociaal-cultureel werk op elkaar
af te stemmen. Dat geldt zeker voor de gebruikers, die nu wellicht door
de bomen het bos niet meer zien. Daarom pleit haar fractie voor een over
koepelend orgaan, dat ook gesprekspartner zal kunnen zijn naar de gemeen
te toe.
Met betrekking tot het wonen voor ouderen worden in de Nota voorstellen
gedaan, waarmee het C.D.A. mee kan gaan, vooral wat de seniorenbouw be
treft. Daarvoor vraagt haar fractie speciale aandacht, omdat zij vindt,
dat het goed zou zijn, indien de seniorenbouw in de kom van het dorp
plaats zal kunnen vinden als het enigszins mogelijk is en in kleine
groepjes bij elkaar, zodat men wat steun aan elkaar kan hebben. Haar
fractie is er ook voorstander van, dat er zodanige voorwaarden geschapen
worden, dat de oudere zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen.
Hiervoor is het ontwikkelen van flankerend beleid belangrijk, maar ook de
mantelzorg zal meer aandacht moeten gaan krijgen; dit zou in de bevolking
meer ingebed moeten gaan worden, dat men elkaar hulp biedt. Zij denkt
daarbij ook aan familieleden. Om dat mogelijk te kunnen maken, denkt zij
bijv. ook aan het aanpassen van woningen in het buitengebied, zodat de
rustende boer op eigen terrein kan blijven wonen. Tenslotte vindt haar
fractie het zich-wel-bevinden erg belangrijk. Naar haar inzicht ligt hier
een specifieke taak voor de Bond van Ouderen. Binnen deze bond immers
kunnen aktiviteiten plaatsvinden van sociaal-culturele aard, waaronder ook
het emancipatieproces. Samengevat vindt haar fractie, dat ouderen niet in
de zorgen mogen zitten voor later, maar dat zij moeten weten, waar ze aan
toe zijn. Dat betekent: zorg op maat en zorg op de juiste tijd. Dat bete
kent ook: rekening houden met individuele wensen. Dit ontwerp beschouwt
zij als een leidraad voor de volgende fase in het beleid, waarbij gedacht
moet worden aan het financiële plaatje naast de voorstellen.
Raadslid de Lange zegt, dat de verwachte sterke vergrijzing van de bevol
king noopt tot een sterk op de toekomst gericht beleid. Dat dient ener
zijds gericht te zijn op het bevorderen van het zo lang mogelijk zelf
standig wonen van de bejaarden en anderzijds, als dat niet meer kan, op
de vestiging van een tehuis temidden van de samenleving. De gemeente kan
de zelfstandigheid van de ouder wordende mens dus bevorderen door het
bouwen van bejaardenwoningen temidden van andere woningen en door de ver
nieuwbouw van voor de bejaarden geschikte oudere huizen in de nabijheid
van dienstencentra. Het is weliswaar de taak van de gemeente dit te be
vorderen, maar zij kan het niet alleen. Ze is hierbij ook afhankelijk van
de inzet van vrijwilligers, familie, burenhulp etc. Zij kennen de behoef-