- 24 -
goede zaak. De Dorpsgemeenschap heeft gezegd, dat er op het onderhoud
bespaard kan worden. Ook anderen hebben dat beweerd en hij, spreker,
denkt dat dit ook wel zo zal zijn. Twintig duizend gulden, zegt de
Dorpsgemeenschap, als er twee velden ingeleverd worden. Hoe komt zij aan
dit bedrag en wanneer is dat dan een feit, omdat er van jaar tot jaar
beslist gaat worden of M.H.C.T. dat ene veld mag blijven gebruiken. Of
zegt de Dorpsgemeenschap, dat na aanleg van het kunstgrasveld veld nr. 5
moet worden ingeleverd? Als dat zo is kan er op het onderhoud wellicht
bespaard worden. Mag dat overigens, zo vraagt hij aan het C.D.A. en de
Dorpsgemeenschap, ten koste gaan van arbeidsplaatsen? Een eenmalige bij
drage was een eis van de Dorpsgemeenschap.
Over 10 jaar zitten we geen van allen meer in deze zaal, als het kunst
grasveld vernieuwd moet worden of als er iets anders moet komen. Vast
stellen, dat de bijdrage eenmalig zal zijn, is prachtig, maar eenieder
weet, dat dit over tien jaar wel eens bekeken zal worden. Er is getracht
om inhoudelijk te discussieren. Men kan ook bij afwijkende standpunten
toch wel waardering voor elkaar houden. De discussie moet toch op een
zeker peil staan. Spreker vindt het jammer, dat de heer Valk gesproken
heeft over een publicatie van de P.v.d.A. in Aller-Lei, en waarin naar
zijn zeggen grove onwaarheden staan. Ze staan er niet in, en de heer Valk
weet dat. Daarom vraagt hij hem maar niet om aan te geven, welke onwaar
heden er in de publicatie staan, omdat spreker de discussie op peil wil
houden. Dat de bevolking, zoals de heer Valk zegt, slim is, heeft hij,
spreker, begrepen uit de vele positieve reacties naar aanleiding van de
publicaties van de P.v.d.A. Zijn partij heeft zelfs overwogen om een en
quête te houden en de bevolking daarin te vragen: hoe denkt zij over de
schenking van een kwart miljoen aan één vereniging. Dat is niet gebeurd
om te voorkomen, dat de discussie zou gaan toespitsen op de vraag: waarom
moeten zo verschrikkelijk veel mensen in Teteringen "neen" zeggen tegen
zo'n zaak en waarom zouden raadsleden hier "ja" tegen zeggen. Want hij
vermoedt, dat het die kant opgegaan zou zijn. Zijn fractie heeft waarde
ring kunnen opbrengen voor de lobby van M.H.C.T. Dan moet het toch ook
mogelijk zijn, waardering te hebben voor de door zijn partij ondernomen
buitenparlementaire lobby. Vaak hoort hij, dat zijn partij in de raad
geen poot aan de grond krijgt.
Raadslid Joosen verlaat hierna onder het uitspreken van de woorden: ik
ben vóór het voorstel van het college en tegen de 33e begrotingswijzi
ging, de vergadering.
Raadslid van de Kreeke vervolgt en zegt, dat de voorzitter na zijn prin
cipiële stellingname nimmer heeft gezegd: ik verlaat mijn principes als
een vereniging hard werkt en zelf 50% van de kosten kan opbrengen. De
voorzitter heeft zojust gezegd: dit is mede een overweging geworden om
toch deze schenking te doen. Daarmee is het principe verlaten. Een over
schot van de algemene dienst gaat meestal naar de reserves toe. Dat
overschot is o.a. ontstaan door belastingverhogingen. Zij, die er nu voor
pleiten om geld uit de reserves te halen, zullen vermoedelijk eind van
dit jaar pleiten voor belastingverhoging. Dat is voor zijn fractie onbe
grijpelijk en onacceptabel. Het is hem ook bekend, dat het beleid van het
college er op gericht is om de rekening van de algemene dienst positief
te laten verlopen en geen beroep te doen op de algemene reserves. Maar
als men belastingen verhoogt en als daardoor de rekening een positief
saldo aangeeft, dan is zijn fractie van oordeel, dat een gedeelte van dat
saldo gebruikt mag worden om in het daarop volgende jaar de belastingen
niet te verhogen. De algemene reserve gaat nu met 12% omlaag. Daardoor
zal het voorlopig niet meer mogelijk zijn om overschotten te gebruiken om
belastingverhogingen te voorkomen. Zijn fractie zal tegen het voorstel
stemmen
Raadslid Prince hoopt in de eerste termijn duidelijk gemaakt te hebben,
waarom zijn fractie voor het voorstel zal stemmen. Dat doet zij niet van-