-4- zaak behandelt, beneden alle peil is. Ze heeft dan ook zijn boosheid opgewekt. Beneden alle peil, omdat geruime tijd geleden in de commissie R.O. en V. kennis gegeven is van het voornemen van het college, om tot de onderhavige wijziging over te gaan. Deze wijziging heeft gedurende veertien dagen voorgelegen in een ter-visie-termijn, die afgesloten is met een informatie-avond. Daarna heeft ze gedurende een maand ter inzage gelegen. Er hebben de nodige publicaties plaatsgevonden. Al die tijd hebben de raadsleden gelegenheid gehad om de wijziging in te zien. Op 23 augustus liep de termijn voor het indienen van bezwaarschriften af en op diezelfde dag vergaderde in de avonduren de commissie R.O. en V. Op 19 augustus werd er een bezwaarschrift ingediend, dat op 21 augustus ten gemeentehuize werd ontvangen. Daarvan is in de commissievergadering melding gemaakt. Daarbij is gemeld, dat het college het bezwaarschrift zou behandelen, dat het gedeeltelijk ongegrond en gedeeltelijk niet- ontvankelijk was. Gedurende de gehele termijn, dat de raadstukken ter inzage gelegen hebben, konden de raadsleden lezen, wat het college er van vond. Dat college wil discussieren als er vanuit de raad met betrekking tot het bezwaarschrift zakelijke argumenten aangedragen worden. Als er gevraagd wordt, wat de mening van de stedebouwkundige is, dan moet geconcludeerd worden, dat men niet gekeken heeft. De ste debouwkundige heeft dit plan ontworpen. Het lag bij de stukken ter inzage evenzeer als het bezwaarschrift van 21 augustus. Het is niet zo, dat het er niet bijgelegen heeft. Indien men het niet gezien heeft, heeft men niet goed gekeken. De raad is op een heel onbezonnen wijze bezig. Deze zaak is op de normale procedurele wijze bij de raad ter tafel gebracht. Als er nu gezegd wordt: we willen uitstel hebben omdat we het bezwaarschrift niet gezien hebben, het advies van de stedebouw kundige ontbreekt, er is onvoldoende tijd geweest, dan is dat onzin. Spreker wenst dit voorstel nu te behandelen. Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt de gevoelens van de voorzitter te delen. Haar bevangt bovendien een gevoel van bevreemding, van vervreemding bijna. Zij herinnert zich, dat zij tien dagen geleden een commissievergadering voorzat, waarin een aantal raadsleden namens hun fracties aanwezig was. De bedoeling van een commissievergadering is het uitbrengen van advies aan het college. De commissie was onverdeeld positief en had zelfs van diverse zijden lovende woorden voor deze ontwikkeling. Zij heeft uiteraard van het bezwaarschrift melding gemaakt. Zij heeft daarbij gezegd, dat het college het zou behandelen en dat zijn reactie te vinden zou zijn, zoals gebruikelijk, in het ont- werp-raadsbesluitDaar heeft toen geen enkel commissielid op gereageerd. Het getuigt van slecht zo niet onbehoorlijk bestuur om op het laatste moment en zonder behoorlijke motieven de zaak voor zich uit te schuiven. Dat is niet in het belang van het dorp, niet in het belang van de burgers. Zij is hier zeer verontwaardigd over. Raadslid de Lange zegt, dat het hier om een soort procedurekwestie gaat. Als er nog een bezwaarschrift binnenkomt, nadat de commissie vergaderd heeft De voorzitter: maar dat was niet zo. Raadslid de Lange zegt zulks dan aan te nemen. Dan heeft hij verder niets te zeggen. Hij heeft helemaal niets tegen dit voorstel, maar had graag gezien, dat ook het bezwaarschrift in de commissie behandeld had kunnen worden Raadslid Joosen zegt, dat het hem nog nooit eerder overkomen is, dat hij als enige het standpunt van het college verdedigt. Hij vindt het bespottelijk, wat er hier en daar betoogd is. De fractie van de WD,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 33