lijk omvangrijk en zal een zodanige hoogte moeten hebben, dat ze de acti
viteiten van het bedrijf in belangrijke mate aan het gezicht onttrekt.
Met het advies, dat in de commissie gegeven is en waarover zowel mevrouw
van Beek-Mulders als de heer Prince gesproken hebben, om het heft in han
den te nemen, is het college best gelukkig. In de ontwerp-begroting 1988
zal de raad enkele opmerkingen in die richting aantreffen. Het college is
voornemens dit plan in het komende jaar onder de loupe te nemen. Hiermee
is dan tevens de vraag van raadslid Prince beantwoord, de heren de Lange
en Joosen stemmen met het voorstel in. Dat doet eveneens mevrouw Brounts,
die daarbij haar zorg uitspreekt over het effectueren van de maatregelen.
Het college zal daar in goed overleg alle aandacht aan besteden. Een
aantal opmerkingen maakt de heer van Geffen. In vorige betogen heeft zij
die al weerlegd zonder dit raadslid te hebben kunnen overtuigen. Met be
trekking tot het waterwingebied merkt zij op, dat het bedrijf er mee be
kend is dat het in een dergelijk gebied gevestigd is en dat zulks een
aantal kostbare en veelomvattende voorzieningen vereist. De milieuwetge
ving zal door het college zeer nauwgezet uitgevoerd worden, zoals het dat
trouwens ook doet ten opzichte van andere bedrijven.
Wanneer de omvang of aard van een bedrijf, hetzij agrarisch hetzij niet
agrarisch, voldoende groot is om op het bedrijfsterrein een tweede woning
ten dienste van dat bedrijf te bouwen, dan mag dat bedrijf dat. Daarvoor
heeft het college een positief advies nodig van een provinciaal orgaan.
Het is haar niet duidelijk, wat de heer van Geffen bedoelt met een moge
lijk oneigenlijk gebruik. Wanneer een bedrijf ophoudt te bestaan, dan
wordt een dergelijke woning verkocht, maar dat gebeurt alom in den lande
zo. De gemeente heeft daarbij geen vinger in de pap. De heer van Geffen
ziet dit plan als een eerste stap in een ontwikkeling, die een bedreiging
is voor het dorp. Het college denkt daar heel anders over. Enige ontwik
keling betekent een vooruitgang, en daar moet mee meegegaan worden, wan
neer dat niet leidt, en dat doet het niet, tot aantasting van de groene
buffer. Dit gedeelte immers behoort niet tot de groene buffer van Tete-
ringen. De idee van de heer Prince om ten aanzien van dit gebied sturend
te gaan optreden en het heft in eigen hand te nemen, grijpt het college
met beide handen aan. Daar zal de raad het komende jaar meer van horen.
Raadslid van Beek-Mulders zegt in tweede termijn, dat haar fractie blij
is met de toezeggingen van het college en in het bijzonder, dat er vol
doende toezicht zal zijn op de milieu-technische aspecten en dat het col
lege zo snel positief reageert inzake een herziening van het gehele be
stemmingsplan
Raadslid Joosen heeft nooit geweten, dat de gemeente het heft al niet in
handen had. Dat verontrust hem. Acht jaar geleden heeft hij voor deze
ontwikkeling al gepleit. Gelukkig gaat het er nu van komen. Hij wil te
allen tijde bestrijden dat, zoals nu gesuggereerd wordt, de gemeenteraad
voorheen het heft niet in eigen handen had. De gemeente heeft een ambte
naar in dienst, die de Hinderwet e.d. zo strikt uitvoert, dat zulks in
een dorp niet past. Deze ambtenaar zou ook ten opzichte van andere be
drijven wel eens wat menselijker mogen optreden. Hij vindt het fijn dat
er nu eindelijk eens iemand uit de Dorpsgemeenschap niet precies denkt
zoals het college.
Raadslid van Geffen vraagt, wie er nu adviseert inzake een tweede be
drijfswoning bij een transportbedrijf. Bij de agrarische bedrijven wordt
advies uitgebracht door de agrarische adviescommissie, een objectief en
deskundig orgaan. Bestaat er ook een dergelijke commissie bij de beoorde
ling van transportbedrijven? Spreker zegt te blijven bij zijn in eerste
termijn verwoorde standpunt.
Raadslid Prince zegt, dat ook zijn fractie blij is met de toezegging van
de wethouder inzake een herziening van het gehele bestemmingsplan. Het
zou niet goed zijn om het transportbedrijf op deze integrale voorziening