GEMEENTE TETERINGEN
De raad van de gemeente Teteringen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september
1987;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende "VERORDENING TOT ZEVENDE WIJZIGING VAN DE
UITKERINGSVERORDENING"
Artikel
Met ingang van 1 januari 1986 wordt de laatste volzin van artikel 1
gelezen als volgt:
"Onder belanghebbende in de zin van deze verordening kan tevens worden
verstaan de gewezen ambtenaar die ontslag heeft gevraagd omdat hij of
zij de echtgenoot volgt die door geheel buiten hem of haar liggende
oorzaken noodzakelijk van standplaats moet veranderen."
Artikel 2_
Met ingang van 1 oktober 1986 wordt artikel 2, lid 1, gewijzigd en
gelezen als volgt:
"In deze verordening wordt verstaan onder "diensttijd": de aan het in
artikel 1, lid 1, bedoelde ontslag voorafgaande in overheidsdienst
doorgebrachte tijd waaraan het ambtenaarschap in de zin van de
Algemene Burgerlijke Pensioenwet is verbonden, alsmede tijd die door
inkoop of door een verzoek, bedoeld in artikel D 2 van evengenoemde
wet, voor pensioen geldig zou zijn verklaard."
Met ingang van 1 oktober 1986 wordt artikel 2, lid 2, gewijzigd en
gelezen als volgt:
"onder diensttijd bedoeld in lid 1 wordt mede verstaan de tijd doorge
bracht in de betrekking waaruit het ontslag, bedoeld in artikel 1, is
verleend, indien aan die tijd op grond van artikel B 7 van de Algemene
burgerlijke pensioenwet het ambtenaarschap in de zin van evengenoemde
wet niet is verbonden."
Artikel 3^
In artikel 3, lid 4, wordt met ingang van 1 januari 1986 "80%"
gewijzigd in "70%".
Artikel
Artikel 5 wordt met ingang van 1 januari 1986 gewijzigd als volgt:
"Het bedrag van de uitkering bedoeld in artikel 4 is gedurende de eer
ste twee maanden gelijk aan 90% van de bezoldiging, gedurende de daar
op volgende twee maanden 75% van de bezoldiging en vervolgens 70% van
de bezoldiging.
Artikel 5_
Met ingang van 1 januari 1986 wordt in artikel 6 "80%" gewijzigd in
"70%".