B
GEMEENTE TETERINGEN
De raad van de gemeente Teteringen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september
1987;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende "VERORDENING TOT ELFDE WIJZIGING VAN HET
ALGEMEEN AMBTENARENREGLEMENT"
Artikel J_
1. De tekst van artikel D 4, lid 2, wordt geacht met ingang van 1 januari
1986 als volgt gewijzigd te zijn:
a."De vakantietoelage bedraagt per kalendermaand 8% van de voor de amb
tenaar in die maand geldende bezoldiging, met dien verstande dat aan
de ambtenaar die in de van toepassing zijnde maand 21 jaar of ouder
is ten minste een bedrag wordt uitbetaald dat gelijk is aan de voor
overeenkomstig rijkspersoneel vastgestelde minimumvakantietoelage,
welke bedrag bij het vervullen van een onvolledige betrekking naar e-
venredigheid wordt verminderd.
b.Aan de ambtenaar die jonger is dan 21 jaar wordt ten minste een be
drag uitbetaald gelijk aan de in dit lid sub a bedoelde minimumva
kantietoelage verminderd met 7,5% voor elk leeftijdsjaar of gedeelte
van een leeftijdsjaar dat hij jonger is dan 21 jaar, met dien
verstande dat het bedrag waarop hij alsdan aanspraak heeft naar even
redigheid wordt verminderd bij het vervullen van een onvolledige be
trekking
2. Aan de op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit in dienst
zijnde ambtenaar, die jonger is dan 21 jaar en voor de heffing van de
loonbelasting zou zijn ingedeeld in een der tariefgroepen 1, 3 of 4,
indien die tariefgroepen niet met ingang van 1 januari 1984 zouden zijn
vervallen, wordt ten minste een bedrag uitbetaald, gelijk aan de voor
het rijkspersoneel van 21 jaar en ouder vastgestelde minimumvakantie
toelage, met dien verstande dat dit bedrag naar evenredigheid wordt
verminderd bij het vervullen van een onvolledige betrekking.
Artikel
1. Met ingang van 1 juli 1986 wordt het bepaalde in artikel D 7, lid 3,
sub a. als volgt gelezen:
"afwezigheid, korter dan een jaar, wegens zwangerschap en bevalling en
niet aan schuld of nalatigheid van de ambtenaar te wijten ziekte;"
2. Met ingang van 1 juli 1986 wordt aan artikel D 7 een vijfde lid toege
voegd, luidende als volgt:
"Voor vakantiedagen, waarop de ambtenaar aanspraak heeft, maar die met
ingang van de dag van ontslag nog niet zijn verleend wordt een vergoe
ding gegeven.
Deze vergoeding bedraagt 1/22 gedeelte van het salaris per maand van
de ambtenaar voor elke niet verleende vakantiedag. Gedeelten van va
kantiedagen worden naar evenredigheid vergoed."
Artikel 3^
Met ingang van 1 januari 1987 wordt artikel E 18, lid 1 gewijzigd en
gelezen als volgt: