De gewezen ambtenaar die, hetzij op het tijdstip van ingang van zijn ontslag, nadat hij reeds een jaar of langer wegens ziekte voor ten minste 55% van de voor hem geldende werktijd verhinderd was zijn betrekking te vervullen, hetzij na afloop van de termijn waarin hij krachtens artikel E 15 of artikel E 16 bezoldiging of een uitkering genoot, arbeidsongeschikt is zonder dat hij recht heeft op invalidi teitspensioen krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet of op een uitkering krachtens artikel III van de Wet op de noodwachten, ontvangt zolang die arbeidsongeschiktheid duurt een uitkering naar de maatstaf van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Artikel 4_ Met ingang van 1 januari 1986 wordt het bepaalde in artikel E 21, lid 2, sub a gewijzigd en gelezen als volgt: "a.een hem uit hoofde van zijn ontslag uit de laatstelijk door hem ver vulde betrekking toegekend pensioen krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet, waaronder begrepen een aanvulling ingevolge artikel F 9, lid 5, en een toeslag ingevolge artikel F 9a dier wet." Artikel _5 Met ingang van 1 januari 1986 wordt artikel E 23 als volgt gewijzigd: 1. lid 1 wordt gelezen als volgt: "Aan de gewezen ambtenaar die in het genot is van een invaliditeitspensioen vermeerderd met een aanvulling als bedoeld in artikel F 9 en een toeslag als bedoeld in artikel F 9a, lid 2, van de Algemene burgerlijke pensioenwet, wordt - indien na ingewonnen advies van een door burgemeester en wethouders aangewezen geneeskundige blijkt dat de ziekten of gebreken uit hoofde waarvan hij blijvend on geschikt is verklaard zijn betrekking te vervullen in overwegende mate hun oorzaak vinden in de aard van de hem opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden waaronder deze moes ten worden verricht en niet aan zijn schuld of nalatigheid zijn te wijten - een uitkering verleend ten bedrage van 12 1/2% van het inva liditeitspensioen, zoals dit met evenbedoelde aanvulling en toeslag is vermeerderd. De uitkering eindigt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt." 2. lid 2 wordt gelezen als volgt: Indien aan de gewezen ambtenaar een uitsluitend naar zijn diensttijd berekend invaliditeitspensioen krachtens de Algemene burgerlijke pen sioenwet, vermeerderd met de toeslag als bedoeld in artikel F 9a, lid 3, van die wet, is toegekend en dat pensioen lager is dan 112 1/2% van het bedrag dat hem bij toepasselijkheid van artikel F 9, lid 5, en F 9a, lid 2 dier wet aan invaliditeitspensioen, aanvulling en toeslag zou zijn toegekend, wordt hem in het geval bedoeld in het eerste lid een uitkering verleend ten bedrage van het verschil. De uitkering eindigt met ingang van de eerste van de maand volgende op die waarin de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt 3. het slot van de eerste volzin van lid 3 wordt (na de woorden "van dit pensioen") gewijzigd als volgt: "zonder dat daarop bepalingen inzake inbouw van AOW/AWW, respectievelijk bepalingen inzake vermindering met de franchise zijn toegepast

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 22