Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt te weten, wat de heer Valk bedoelt wan
neer hij spreekt over mini-bollen. Het gaat hier om voorlichtingsmateriaal.
Zij zal nagaan of een en ander ook in onze gemeente eens tentoongesteld
kan worden. In de Willebrordstraatzo zegt zij tot de heer de Lange, was
illegaal een hinderwetplichtige inrichting gevestigd. Die inrichting heeft
het college gesloten. Toen de hinderwetplichtige aktiviteiten gestaakt
waren en de inrichting ontruimd, heeft het college het sluitingsbevel inge
trokken conform het daaromtrent bepaalde in de Hinderwet.
Raadslid van Geffen dankt voor de antwoorden, hem gegeven. Met betrekking
tot de bijeenkomst met de vijf fractievoorzitters merkt hij op, dat het
misschien gemakkelijker geweest was om ook de overblijvende vier raadsle
den uit te nodigen.
Raadslid van Hooydonk-Rijken wil graag even ingaan op hetgeen de heer Joo-
sen haar voor de voeten werpt. Zij heeft inderdaad gesproken over een be
lachelijke zaak. En waarom? Er wordt een bestemmingsplan vastgesteld. Een
plan geeft duidelijk aan, wat er in een bepaald gebied kan en mag gebeu
ren. Als zo'n plan amper een maand rechtskracht heeft en er moet dan weer
veranderd worden, dan vindt zij dat belachelijk. Is de firma van Ham niet
erg kortzichtig geweest om niet twee maanden eerder te kunnen bekijken,
waar de loods geplaatst moest worden? Zij vindt, dat zulks inderdaad kort
zichtig is. Zij heeft ook over de tweede bedrijfswoning gesproken. Dat is
haar overvallen. Het beleid van de gemeente is er steeds van uitgegaan,
dat een bedrijfswoning in het bedrijf geintegreerd moet zijn. Dat was in
de eerste opstelling duidelijker het geval dan in de tweede. Daar kon zij
zich dan ook niet onmiddellijk mee verenigen. Maar daar is niets meer aan
te doen, omdat daar nu eenmaal toe besloten was. Daar kan zij dan ook niet
tegen zijn. Het is heel normaal dat zij, in eerste instantie "ja" gezegd
hebbend, dat ook in tweede instantie doet.
Raadslid Valk zegt, dat zijn fractie over de kwestie van Ham verder had
willen zwijgen. Hij vindt het jammer dat het informele overleg, dat de
fractievoorzitters gevoerd hebben, en die voldoende tijd gehad hebben om
daarvan mededeling te doen aan hun collega-raadsleden, vanavond op deze
manier ter sprake moest komen.
Raadslid Joosen zegt, dat hij mevrouw van Hooydonk-Rijken uitgenodigd
heeft om tot de overige raadsleden te zeggen, dat zij voorbarig gesproken
heeft. Als zij die mening niet is toegedaan, is dat voor haar verantwoor
ding.
De voorzitter zegt in zijn antwoord tot de heer van Geffen, dat het colle
ge van mening was, dat het in deze zaak de fractievoorzitters voor overleg
moest betrekken, gezien de daaraan verbonden importantie. Het gaat weer
iets te ver om daar dan ook nog de overige vier raadsleden bij in te scha
kelen
Raadslid van de Kreeke merkt andermaal op, dat hij niet zal deelnemen aan
enig overleg met de fractievoorzitters in een besluitvormende sfeer. De
brief van het college, waarbij de fractievoorzitters werden uitgenodigd en
waarin staat, dat mededelingen gedaan zullen worden omtrent de ontwikke
lingen, is voor hem uitstekend en daar wilde hij dan ook aan meewerken.
Van overleg voeren kan niet gesproken worden.
De voorzitter wil in een bespreking met de fractievoorzitters niet tot be-
Tïuitvorming komen, die op een andere plaats thuishoort. Het ging ook
slechts over het verstrekken van informatie over de ontwikkelingen. Het
leidde daarnaast via weer andere ontwikkelingen tot een stukje reeel
overleg, maar dat was in een zeer uitzonderlijke positie.