LAGER-ONDERWIJSWET 1920
vaststelling vergoeding bijzonder lager onderwijs (art. 103, lid 2)
HERZIENING
gemeente jaar datum vaststelling
1985
Tetenngen tijdvak 29 iraart 1988
1 jan. tot en
met 31 juli
vastgesteld bedrag per leerling ex artikel bbbis c.q. artikel 101, lid 5, van
de Lager-onderwijswet 1920 voor bovenvermeldxaarx tijdvak
293,77
idem voor door de gemeente in bruikleen gegeven of in stand gehouden scholen*
De raad van voormelde gemeente;
gezien de verzoeken van de besturen van de bijzondere scholen, genoemd in kolom 1 van de bij dit besluit beho
rende staat, om vergoeding, bedoeld in artikel 101 van de Lager-onderwijswet 1 920, voor hun scholen, vermeld in
kolom 2 van die staat, over het bovenvermelde jaar;
overwegende, dat de gemiddelde aantallen leerlingen volgens de maatstaf van artikel 28 van genoemde wet,
waarnaar de vergoeding moet worden berekend, voor het bovenvermeld^^Ê^FKioeten worden gesteld op de aan
tallen, vermeld in kolom 3 van de meergenoemde staat;
dat de bedragen per leerling, waarnaar de vergoeding voorts moet worden berekend, voor het bovenvermelde jaar
moeten worden gesteld op de bedragen, vermeld in kolom 4 van die staat;
gelet op artikel E 21, tweede lid, van de Overgangswet Wet op het basisonderwijs juncto artikel 103,
lid 2, jjun^to.jartikel 101 van de lager-onderwijswet 1920;
1de vergoeding, bedoeld in artikel 1 01 van de Lager-onderwijswet 1 920 over het bovenvermeld^jitcfj^oor elk
schoolbestuur vast te stellen op het bedrag in kolom 6 van de bij dit besluit behorende staat achter zijn naam ver
meld;
2. het bedrag, dat onder verrekening van de verleende voorschotten aan het schoolbestuur zal worden uitbetaald
c.q. door het schoolbestuur in de gemeentekas dient te worden teruggestort, vast te stellen op het bedrag in kolom
8 c.q. 9 van die staat achter zijn naam vermeld.
De raad voornoemd,
De secretaris, De voorzitter.
Ingevolge art. 103, lid 8, van de Lager-onderwijswet 1 920
in afschrift toegezonden aan de hoofdinspecteur van het
lager onderwijs en de belanghebbende schoolbesturen op
Binnen dertig vrije dagen na nevenvermelde datum
kunnen de hoofdinspecteur en het schoolbestuur tegen
dit besluit in beroep komen bij de gedeputeerde staten
van onze provincie (art. 103, lid 9).
Niet invullen indien niet van toepassing
usamsom 21235 vu
1 851 2
07-2