-7-
De voorzitter zegt tot de heer van de Kreeke, dat de waardebepaling
van de grond geen betrekking had op de verkoop, maar op de aankoop
van de grond bij verwerving door de gemeente.
Raadslid van de Kreeke vraagt bij interruptie, of het dan niet zo is,
dat, mocht blijken dat een bepaald bedrijf verantwoordelijk gesteld
kan worden voor een vervuiling, eerst een en ander op kosten van de
vervuiler in orde gemaakt wordt en dat pas daarna onderhandeld gaat
worden over verwerving van de grond? Of gaat het precies andersom?
De voorzitter zegt, dat te eniger tijd de grond verworven zal moeten
worden. Het is afhankelijk van de onderhandelingen, wat er zich dan
precies zal gaan afspelen. Daar kan nu niet op vooruitgelopen worden.
Raadslid van de Kreeke zegt, dat het dan dus in theorie zou kunnen
voorkomen, dat de verkoper geld moet toegeven aan de koper, als de
kosten van reiniging hoger zouden zijn dan de waarde van de grond.
De voorzitter zegt, dat hij in dit stadium onmogelijk kan aangeven,
hoe een en ander precies zal gaan verlopen. Zou er tijdens de onder
handelingen geen overeenstemming bereikt kunnen worden, dan zal er
onteigend moeten worden en dan zal de rechter de waarde van de grond
vaststellen.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt in haar antwoord aan de heer van de
Kreeke, dat het college de mate van ernst van de verontreiniging om
schrijft als sterk verontreinigd. Tot de heer de Lange zegt zij, dat
het niet uitgesloten is dat er behalve de genoemde stoffen nog andere
zaken zijn, waar ook naar gekeken moet worden.
Raadslid Valk zegt de wethouder niet te willen aanvullen, maar als
zij spreekt van sterk verontreinigd, dan heeft dat toch alleen maar
betrekking op de grond rondom het pompeiland.
Wethouder Vossenaar-Blokdijkuiteraard, maar dat had ik in de eerste
termijn al gezegd.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
8Voorstel tot gedeeltelijke intrekking van het raadsbesluit van 29
augustus 1985 inzake het onttrekken van wegvakken of gedeelten daar
van aan het openbaar verkeer.
Raadslid van Hooydonk-Rijken vraagt of er zich omtrent wegvak 3-3
veranderingen hebben voorgedaan met betrekking tot de particuliere
eigendomssituaties, zodat de uitweg op de Vraggelsebaan geheel kan
vervallen.