GEMEENTE TETERINGEN
-22-
Raadsvergadering dd. 28 april 1988.
Agendanr.6
Voorstel met betrekking tot het horen van hen, die tijdig bezwaren inge
diend hebben tegen een ontwerp voor een bestemmingsplan.
Aan de raad,
Op grond van het bepaalde in artikel 24, le lid, van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening, moeten zij, die tijdig bezwaren ingediend hebben tegen
een ontwerp voor een bestemmingsplan, in de gelegenheid gesteld worden
die bezwaren tegenover de gemeenteraad nader toe te lichten.
Ofschoon daartoe wettelijk niet verplicht, hebben wij in het verleden re
clamanten daartoe steeds ten overstaan van ons college in de gelegenheid
gesteld. Desondanks vinden wij het een goede zaak, dat in een der wijzi
gingen, die de Wet op de Ruimtelijke Ordening ondergaan heeft, een hoor-
plicht is vastgelegd.
Wij zijn echter wel van mening, dat een burger, die een bezwaarschrift
ingediend heeft, niet geconfronteerd behoort te worden met een forum van
elf raadsleden. Dit betrekkelijk grote aantal personen zou hem in zijn
betoogvrijheid kunnen beperken, hetgeen niet de bedoeling is.
Daarom stellen wij u voor te bepalen, dat reclamanten in de gelegenheid
gesteld worden hun bezwaren toe te lichten ten overstaan van de Hoorcom-
missie als bedoeld in artikel 2 van het raadsbesluit van 28 oktober 1982,
dat u in fotocopie hierbij aantreft.
In deze commissie hebben thans, naast de voorzitter van ons college, Me
vrouw J.A.M.van Hooydonk-Rijken en Mevrouw C.H.J.M.van Beek-Mulders, zit
ting.
Een ontwerp-raadsbesluit, strekkende tot het vorenstaande, hebben wij bij
de raadsstukken ter inzage gelegd.
Teteringen, 12 april 1988.
Burgemeester en wethouders van Teteringen,
Arn.van den Berg
burgemeester
J.Mertens
secretaris.