I
-8-
Hij hoopt, dat men er inhoudelijk op wil ingaan. Tot de fractie van de
VVD zegt hij, dat die partij propageert, dat regelgeving niet discrimi
nerend mag zijn en tot de fractie van het C.D.A., die in eerste termijn
niet gesproken heeft, maar ook tegen een deel van de fractie van de
Dorpsgemeenschap, want als hij zich tot het C.D.A. wendt, dan doet hij
dat ook tot een deel van de Dorpsgemeenschap, zegt hij: volg de wijze
raad van een prominent C.D.A.-politicus, de heer Brokx, die onlangs
voor de T.V. zei bij zijn installatie: het C.D.A. kan nog wat leren van
de Partij van de Arbeid. Tenslotte vraagt hij nog, of dit voorstel nu
thuis hoort in de commissie Financiën/Algemene Zaken of in de commissie
Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting.
Raadslid van Hooydonk-Rijken vraagt eveneens, of dit voorstel niet be
handeld had moeten worden in de commissie Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting in plaats van die van Financiën/Algemene Zaken. Een
soortgelijk voorstel voor premiekoopwoningen is destijds ook in de com
missie Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting behandeld.
De voorzitter dankt hierna de raadsleden de Lange en Joosen voor hun
waarderende woorden. Tot de leden van de Kreeke en van Hooydonk-Rijken
zegt hij, dat het college de voorkeur heeft gegeven aan behandeling in
de commissie Financiën/Algemene Zaken omdat deze verordening een alge
mene zaak tot onderwerp heeft, terwijl de commissie Ruimtelijke Orde
ning en Volkshuisvesting veel meer het ruimtelijk ordeningsbeleid be
treft en de volkshuisvesting, gezien vanuit de planning van de woning
bouw. De verdeling van de beschikbare woonruimte hoort bij Algemene Za
ken thuis. Tot raadslid van de Kreeke zegt hij, dat het uitgangspunt
van de regeling steeds geweest is en nog is: er moet een goede verde
ling komen van woningen, die nog steeds in schaarse mate te verdelen
zijn. Bij de evaluatie van de regeling bleek het begrip "sociaal gebon-
dene" practisch niet werkbaar.
De eerste-graads verhouding is een belangrijke zaak en toewijzing in
dit kader moet mogelijk blijven. Zou men hier ook de tweede graad aan
toevoegen, dan zou het arsenaal dusdanig groot kunnen worden, dat de
inwoners daardoor benadeeld zouden kunnen worden. Met betrekking tot
artikel 6 zegt hij, dat ook in 1985 het advies van de V.N.G. niet opge
volgd is. Op basis van eigen verantwoordelijkheden heeft het college
dit advies toen naast zich neergelegd omdat het onvoldoende kon helpen
bij de verdeling van woonruimte. De heer van de Kreeke zet het advies
van de V.N.G. wat zwaar aan waar hij spreekt over strijdigheid met het
verdrag van Rome.