-10-
Hei ging daarbij over de vraag, of de onderhavige regeling bedoeld was
om fraude te voorkomen of dat er principiële redenen in het geding
waren. De voorzitter heeft toen gezegd, dat ook principiële redenen een
rol spelen. Spreker heeft toen gezegd dat, als het college om principi
ële redenen iemand wil laten huwen of naar de notaris te laten gaan om
aan een eengezinswoning te komen, dan kan daarover gediscussieerd
worden. Als nu in de tweede termijn al drie fractievoorzitters zeggen,
dat dit artikel nodig is om te kunnen komen tot een rechtvaardige ver
deling van woonruimte, hebben zij van zijn betoog in eerste termijn
niets begrepen. Ook hij vindt, dat er een puntensysteem moet zijn waar
uit blijkt, op welk moment iemand voor een woning in aanmerking moet
komen. Het is Teteringen onwaardig om tot een discriminerende regelge
ving te komen. Het is discrimineren wanneer je zegt: je moet huwen om
een eengezinswoning te kunnen krijgen. Met de drie fractievoorzitters
is hij het eens, dat er drempels ingebouwd moeten worden. Via een pun
tensysteem kan er voor gezorgd worden, dat bepaalde mensen in bepaalde
woningen komen. Maar men mag via regelgeving niet zeggen, dat een
samenlevingsverband iets is, waarvoor men eerst moet huwen. Dat is niet
goed. Een samenlevingsverband is een verband van minstens twee mensen.
Toewijzing van woningen moet geschieden via een puntensysteem. Hij
hoopt, dat de voorzitter na alles aanhoord te hebben, in tweede termijn
op een en ander zal willen ingaan. Spreker heeft er geen moeite mee als
de regelgeving met betrekking tot het criterium "sociaal gebondene" ge
schrapt wordt. De voorzitter heeft in de commissievergadering uitvoerig
geschetst tot welke problemen de interpretatie van dit begrip aanlei
ding gegeven heeft. Naar de mening van zijn fractie is het echter
noodzakelijk, dat in het raadsbesluit de eerste graad wordt uitgebreid
tot de tweede graad. Hij hoopt niet, dat de suggestie van het CDA over
genomen wordt om in bijzondere gevallen soepelheid te betrachten.
Woningen moeten toegewezen worden op basis van regelgeving.
Raadslid Valk zegt bij interruptie, het met dit laatste volledig eens
te zijn. Maar zijn fractie vindt ook, dat het college de vrijheid moet
hebben om in bijzondere gevallen familiaal gebondenen voor toewijzing
in aanmerking te laten komen.
Raadslid van de Kreeke zegt in zijn reactie hierop, dat zulks geregeld
is via artikel 5 van de Regeling.
Raadslid Prince, hierop aansluitend, zegt dat zijn fractie het volledig
eens is met hetgeen in artikel 5 bepaald is. De wijze van samenwoning
is voor zijn fractie geen principiële aangelegenheid. Een oneigenlijk
gebruik van woningen tengevolge van de korte duurzaamheid van een