De voorzitter
Artikel 10
1. De voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur aangewezen.
2. Het dagelijks bestuur kiest uit zijn midden een waarnemend voor
zitter. De waarnemend voorzitter wordt, zo nodig, vervangen door
het lid van het dagelijks bestuur dat het langst in dat bestuur
zitting heeft of, indien dit meer leden betreft, van hen het lid
met de hoogste leeftijd.
Artikel 11
1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van
het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.
2. Hij is belast met de uitvoering van de besluiten van het dagelijks
bestuur.
3. Hij tekent de stukken, die van het algemeen bestuur en van het
dagelijks bestuur uitgaan. Hij kan dit aan anderen opdragen.
4. Hij vertegenwoordigt het fonds in en buiten rechte en kan deze
vertegenwoordiging aan een door hem aan te wijzen gemachtigde
opdragen.
III AMBTELIJK APPARAAT
Artikel 12
1. Met de dagelijkse leiding is, onder toezicht van het dagelijks be
stuur, een direkteur belast. Hij wordt benoemd, geschorst en ont
slagen door het algemeen bestuur. De benoeming geschiedt uit een
door het dagelijks bestuur op te maken voordracht van twee perso
nen.
2. De direkteur woont de vergaderingen van het algemeen bestuur en van
het dagelijks bestuur bij. Hij heeft in deze vergaderingen een ad
viserende stem.
De stukken, die van deze besturen uitgaan, worden door hem mede-
ondertekend.
3. Het dagelijks bestuur wijst degene aan, die de direkteur bij afwe
zigheid of ontstentenis vervangt.
4. Het overige personeel van het fonds wordt benoemd, geschorst en
ontslagen door het dagelijks bestuur.
5. De bepalingen omtrent de rechtstoestand, welke gelden voor ambte
naren in dienst van de centrumgemeente, zijn van toepassing op
het personeel van het fonds met dien verstande, dat het algemeen
bestuur en het dagelijks bestuur, ieder voor zoveel zijn bevoegd
heden, voor het personeel van het fonds wijzigingen in de
bepalingen omtrent de rechtstoestand kan aanbrengen.