- 9 -
6. Het in de leden 3 en 5 bedoelde gedeelte van het batig saldo wordt
aan de deelnemende gemeenten uitgekeerd binnen een maand na de in
artikel 25, lid 8 vermelde kennisgeving.
Artikel 28
1. Het geleden verlies wordt, voor zoveel dit niet gedekt kan worden
uit het in artikel 27 bedoelde reservefonds, door de deelnemende
gemeenten gezamenlijk gedragen naar de stand van de onafgeloste
hypothecaire leningen en woonwagenleningen op de laatste dag van
het boekjaar, waarin het verlies is geleden.
2. Het ingevolge het vorige lid verschuldigde bedrag wordt binnen
een maand na ontvangst van de in artikel 25, lid 8 bedoelde kennis
geving aan het fonds voldaan.
3. De door de deelnemende gemeenten op grond van het bepaalde in het
eerste lid verstrekte bijdragen worden door het fonds terugbetaald,
zodra dit uit de gemaakte winst mogelijk is. Zolang geen volledige
terugbetaling heeft plaatsgehad, zal geen storting in het in
artikel 27 vermelde reservefonds plaatsvinden.
Verliezen op hypothecaire leningen en woonwagenleningen
Artikel 29
Verliezen op hypothecaire leningen, verstrekt na 1 januari 1988 en
buiten verband van gemeentegarantie als gevolg van executie of
onderhandse verkoop komen ten laste van het fonds.
Belegging van reserves, kasmiddelen en spaargelden
Artikel 30
1. De belegging van de reserve geschiedt door het dagelijks bestuur.
2. Het dagelijks bestuur belegt liquide ten minste vijftig procent
van door deelnemers aan het fonds toevertrouwde spaargelden.
Op het bedrag van deze belegging kan in mindering gebracht worden
het bedrag, dat op grond van het eerste lid reeds is belegd.
3. Tijdelijke belegging van kasmiddelen geschiedt door het dagelijks
bestuur.
Bestemningsfondsen
Artikel 31
1. Het algemeen bestuur is bevoegd tot het vormen van bestemmings
fondsen.
2. Over de bestemmingsfondsen kan slechts worden beschikt ter bevor
dering van het doel, waartoe deze fondsen zijn gevormd.
Is dit doel niet meer aanwezig, dan worden de fondsen opgeheven en
toegevoegd aan de reserve, als bedoeld in artikel 27, lid 1.