- 12 -
Executie
Artikel 37
In geval van executie wegens wanbetaling of om een andere reden doet
het dagelijks bestuur hiervan tevoren tijdig mededeling aan het
college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin het
betreffende onroerend goed is gelegen.
XI WIJZIGING, OPHEFFING, TOETREDING EN UITTREDING
Artikel 38
1. De bepalingen van deze regeling kunnen op voor alle gemeenten
bindende wijze slechts worden gewijzigd bij eensluidend besluit
van de raden van tenminste 3/4 van de deelnemende gemeenten, het
algemeen bestuur gehoord.
Art.ike-1 39
1. De regeling kan te allen tijde worden opgeheven bij eensluidend
besluit van de raden van de deelnemende gemeenten tegen een in dat
besluit te bepalen tijdstip.
2. In geval van opheffing van deze regeling geschiedt de liquidatie
door het algemeen bestuur, tenzij dit liquidateuren aanwijst.
3. Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur vastgesteld ui
terlijk 6 maanden voor het tijdstip waarop de regeling ophoudt te
bestaan en is onderworpen aan goedkeuring van gedeputeerde staten.
4. Het liquidatieplan voorziet ondermeer in de financiële gevolgen,
welke de opheffing voor de spaarders en het personeel meebrengt.
5. Zo nodig blijft het algemeen bestuur ook na het tijdstip van de
opheffing voortbestaan ten behoeve van de liquidatie.
Artikel 40
1. Toetreding tot deze regeling door een gemeente kan plaatsvinden bij
daartoe strekkende besluiten van de bestuursorganen van die
gemeente.
2. Het algemeen bestuur kan aan de toetreding nadere voorwaarden ver
binden.
3. De toetreding gaat in op de eerste dag nadat de besluiten daartoe
zijn opgenomen in de registers als bedoeld in artikel 27 van de
W.g.r., tenzij in die besluiten een latere datum is bepaald.
Artikel 41
1. Een deelnemende gemeente kan uittreden uit de regeling door toezen
ding aan het algemeen bestuur van daartoe strekkende besluiten van
haar bestuursorganen.
2. Op een uitgetreden gemeente blijft van toepassing het bepaalde in
de artikelen 28 en 32, lid 2.