-9-
tussen burgemeester en secretaris van vitaal belang, omdat de secreta
ris meestal adviseert aan de raad via de burgemeester, die de raad
voorzit
Nu gaat de heer Mertens de Secretarissenkring verlaten. Er is veel
verloop in deze kring; een teken, dat de functie geen gemakkelijke is.
In Teteringen is de verstandhouding bestuur/secretaris en medewerkers/
secretaris echter goed, naar spreker heeft gehoord.
De heer Kuypers dankt de heer Mertens voor diens inbreng in de vergade
ringen van de Secretarissenkring, voor de betoonde vriendschap en zorg
en feliciteert hem met de benoeming tot ereburger van Teteringen. Spre
ker overhandigt hierna het cadeau van de Kring.
De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan de
heer Mertens. De gemeente-secretaris spreekt als volgt:
"Vier decennia in het arbeidsproces. Vier decennia lang dag in dag uit
lichamelijk en geestelijk in staat je werk, dat je bovendien dan nog
zelf hebt kunnen kiezen, te doen. Dat stemt mij tot grote dankbaarheid.
Een dankbaarheid, die ver uitgaat boven de mij anders zo zeer aanspre
kende filosofie over de onmacht van de Almacht, door de amerikaanse
rabbijn Harold Kushner zo treffend ontwikkeld in zijn boek: Als het
kwaad goede mensen treft. Veertig jaar lang in het arbeidsproces. Vijf
endertig jaar lang in dezelfde gemeente. Hoe houdt iemand het in 's he
melsnaam uit. Maar: vijfendertig jaar: inderdaad. In dezelfde gemeente:
neen
Van een puur agrarische gemeenschap - en hij die meent, dat dèt een
gemakkelijke gemeenschap was, heeft het bepaald niet bij het rechte
eind - naar een agrarisch-forensische gemeenschap, die evenmin de ge
makkelijkste is, die je je kunt voorstellen. De ontwikkeling, die dit
dorp doormaakte, is wellicht het sterkst te karakteriseren door de
wijze, waarop men over dit dorp sprak en spreekt. In het nog niet zo
heel verre verleden hoorde je nog al eens wat laatdunkend zeggen: Wie
gaat er nu toch in Teteringen wonen? Nu hoor je al geruime tijd wat be
scheiden: Misschien zou je eens kunnen proberen of je niet ook in
Teteringen kunt komen wonen. Men moet de agrarische gemeenschap van
weleer gekend hebben zoals ik die ken, om te weten, dat een negatief
oordeel daarover misplaatst is, al was het dan niet allemaal rozegeur
en maneschijn. En men moet de gemeenschap van vandaag kennen zoals ik
die meen te kennen om te weten, dat ondanks alle verworvenheden, mis
schien wel juist daardoor, de "ik"-cultuur aan haar bepaald niet
voorbijgegaan is.
Als u het goed vindt - en waarom zoudt u niet - wil ik mij in mijn ver
haal beperken tot de laatste 20 jaar, waarin ik het secretarisambt
mocht dragen.
Dit ambt is geen schepping van de gemeentewet. Reeds ten tijde van de
republiek werden de stedelijke bestuurders bijgestaan door secretaris
sen en pensionarissen. De reglementen van 1824 en 1825 dragen de benoe
ming van de secretaris op aan de Kroon. In de steden op voordracht van
de raad, in de heerlijkheden op voordracht van de eigenaar van het
heerlijk recht.De gemeentewet legde het benoemingsrecht van de secre
taris terecht in handen van de gemeenteraad. Enerzijds is de secretaris
ambtenaar, anderzijds leiden de omstandigheden er toe, dat hij deel
neemt in het bestuur en invloed uitoefent op het beleid. Het ambt
draagt dan ook in wezen een dualistisch karakter. Maar het is veel ou
der dan ik u zojuist geschetst heb, en zoals dat in studieboeken te
vinden is. Ik heb wel eens gedacht, dat het het oudste beroep ter we
reld was, maar daar ben ik toch maar van afgestapt. Overigens lijkt het
er wel wat op: altijd beschikbaar, altijd dienstvaardig, altijd probe
rend het gebeuren naar jouw hand te zetten en tenslotte: er is nog van
te leven ook. Zoals ik al zei: van het ambt wordt al veel vroeger ge-