-11- mij nu bevinden. Toen deze legpenning er kwam, is er in het college steeds gezegd: wij moeten er voor waken dat dit een uitzondering blijft en ik was het daar van harte mee eens en ik ben het ook nu nog van har te daarmee eens. Maar dat deze echte eer mij te beurt valt, daar ben ik u onuitsprekelijk dankbaar voor. Burgemeester, toen u daarstraks sprak, sprak u over dirigentschap en welluidendheid. Toen dacht ik: dat hebt u goed onthouden, toen. Ik heb, voordat het vandaag werd, ook nog wel eens naar die speech gezocht. Ik kon hem niet meer vinden. Maar u bracht hem terug in mijn herinnering. En ik denk, dat het toch bijna een taak is om, als je met colleges werkt, permanent te proberen het daarheen te krijgen, dat er een wellui dend geluid uit komt. Dat hoeft niet altijd te betekenen, dat het zo maar uit de Romantiek komt of welke tijd dan ook, het kan ook best in de moderne tijd gebeuren, dat er toch een welluidend geluid komt, ook al zou dat geluid aanvankelijk niet welluidend klinken, want dat kom je natuurlijk in de moderne muziek tegen. Als je daar meer naar luistert, dan hoor je wel wat onwelluidends, als je er veel naar luistert hoor je ook, dat dat onwelluidende toch weer tendeert naar een welluidendheid. Burgemeester, ik dank u zeer voor de woorden, die u tot mij gesproken hebt en inderdaad, als er ook maar de helft waar was, dan was het al heel erg mooi Mevrouw Van Hooydonk, ik heb "ereburger" opgeschreven. Daar heb ik al iets van gezegd en ik kan niet voldoende onder woorden brengen, hoezeer ik dit gebaar van de raad apprecieer. U hebt ook gesproken over neutra liteit en u kunt zich niet voorstellen, hoe goed u mij daarmee gedaan hebt. Want ik denk, dat het, zo al niet de allereerste, dan toch één van de belangrijkste taken is van een gemeentesecretaris, dat hij, of schoon natuurlijk zelf een politieke voorkeur hebbend, dat zeker niet mag laten blijken, aan welk raadslid dan ook. Dat hij geen voorkeuren mag hebben en dat hij ook niet de andere kant op moet. Ik hoop, dat het echt zo is, dat ik de neutraliteit, zoals u dat noemt, ten opzichte van allen heb kunnen bewaren. Mijnheer Van den Bemt - gesproken namens het hele ambtenarencorps -, inderdaad, maar ik heb dat al even aangehaald, je kunt nu eenmaal niet aan alle wensen voldoen. (En ik zou willen, dat ik nu kon lezen, wat ik zelf geschreven heb). Het zal er wel over gaan: als het dan een enkele keer él te lawaaierig was - zo heel erg veel komt dat niet voor - maar dan denk je weieens (want ja, er waren geen kasten in het midden van die open ruimte en men stoorde zich zo aan de typemachine en aan de telefoon en aan iemand, die langs kwam en zo): moet je horen, wat een lawijt of ze nóu maken! Maar dat was allemaal niet zo erg; we hebben nog maar heel kort geleden een foto gemaakt en, misschien was dat een beetje naief, ik had er geen enkel idee van, dat ik die nou ook nog aangeboden zou krijgen van daag. Ik ben er heel erg blij mee. Mijnheer Houtepen, ik heb zo enkele jaren het secretarisschap van de fractie Breda-PTT mogen vervullen en wat mij nu zo opviel (ik moet er overigens bij zeggen, dat ik het ook met uw voorgangers altijd uitste kend heb kunnen vinden) u zei: de verslagen die zijn correct en ze zijn niet te lang. Ja, dat is inderdaad waar, niet te lang, maar vroeger waren ze een heel stuk langer en ik dank aan burgemeester Aarts, dat ze niet zo lang meer zijn. Die zei: je bent toch ook gek, dat hoeft niet zo lang te zijn, maak er gewoon een besluitenlijst van! En daar ben ik eigenlijk altijd best heel erg over te spreken geweest, dat dét zo kon. Het had ook niet zo'n zin, daar had de heer Aarts ook gelijk in, om dat allemaal zo niet woordelijk, dan toch uitgebreid te doen. Hartelijk dank voor wat ik van de fractie mocht ontvangen. Mijnheer Kuypersgij, die vanaf 1 oktober tot de nestor van de Secre- tarissenkring gaat behoren, eigenlijk geldt voor u ook al weer: als de helft maar waar was... Maar wij hebben in onze Kring altijd een heel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 13