-7-
Door al die achter u liggende werkende jaren ten dienst-van de gemeen- -
schap werd u een man, die mede het dorpsbeeld bepaalde en gestalte gaf,
een man die met recht ereburger van Teteringen genoemd mag worden, een
man, die we eigenlijk heel node zien vertrekken.
Namens de raad feliciteer ik u met uw 40-jarig dienstverband, waarvan u
het overgrote deel voor Teteringen ten dienste stond; felicieer ik u
ook met uw ereburgerschap van deze gemeente. Wij vinden dit zeer ver
diend
Maar tevens dank ik u, heel veel dank voor wat u deed, voor wie u was,
en wens u toe nog vele gezonde, gelukkige jaren, samen met uw echtgeno
te in een nieuwe levensfase, die weldra aanbreekt.
Een tijd, dat niets meer moet, maar alles mag en waarin ook de raad
gemeend heeft met een stoffelijk blijk haar steentje bij te dragen,
liggend in het verlengde van wat de gemeente Teteringen u aanbood.
Ik wil u dan ook namens de raad het cadeau overhandigen."
Het cadeau van de raad wordt door d^ gemeente-secretaris onder
dankzegging in ontvangst genomen.
De voorzitter schorst hierna de vergadering, om niet-raadsleden de
gelegenheid te geven de gemeente-secretaris toe te spreken.
Namens alle medewerkers van de gemeente Teteringen wordt het woord ge
voerd door de heer van den Bemt
"Secretaris, mevrouw Mertensfamilie, dames en heren.
Het komt niet zo vaak voor, dat een ambtenaar tijdens een openbare
raadsvergadering het woord voert. Slechts onder buitengewone omstandig
heden zal dit voorkomen.
Vanmiddag, en dat is haast overbodig om dat op te merken, zijn deze om
standigheden overduidelijk aanwezig: het afscheid van de gemeente
secretaris
Secretaris, in dit huis en met vele genodigden mag ik u namens het hele
personeel toespreken.
Ik vind dit een grote eer.
In u hebben wij gedurende 20 jaar een baas gehad - wij spreken thans
van hoofd van dienst - die de belangen van het personeel op een uitste
kende wijze heeft behartigd.
Dat wil niet zeggen, dat in de afgelopen jaren alle wensen konden wor
den ingewilligd. Als u van mening was dat bepaalde zaken, na een
zorgvuldige afweging, niet door kodden gaan, dan nam u ook deze beslis
singen en ondervond u ongetwijfeld hoe moeilijk en soms ook hoe eenzaam
uw ambt kon zijn.
U was bereikbaar voor ons. Het paneel naast de deur van uw kantoor gaf
zelden "bezet" aan.
In de concrete werksituatie was u, uiterlijk althans, de rust zelve.
Bijvoorbeeld bij een raadsagenda van enige punten die, naarmate het
tijdstip van verzending naderde, groeide en groeide en het ambtelijk
apparaat sporen van oververhitting begon te vertonen, bleef u kalm en
als het echt te gek ging worden, dan wist u het college te overtuigen
ook wat te bewaren voor een volgende raadsvergadering. Dan had de raad
ook een volgende keer nog wat omhanden.
In een andere situatie kon uw optreden heel specifiek worden genoemd.
Het kon gebeuren, het is overigens geen gebruik, dat er, laat ik het
noemen "gedold" werd op de secretarie. Een wat luidruchtige vertoning.
U kwam dan uit uw kantoor met de opmerking: "Als ik mij niet vergis,
- en u vergiste zich niet - is er wat al te veel lawaai op de
secretarie". Eenieder begreep de boodschap en de rust was weergekeerd.
Secretaris, vandaag nemen wij afscheid van u. Ik spreek de hoop uit,
dat u nog vele gezonde jaren met uw vrouw en gezin gegeven mogen wor
den. Ik ben daar haast van overtuigd, gelet op een artikel in Aller-Lei,
dat aandacht besteedde aan uw afscheid en waarin werd opgemerkt, dat u