-16-
8Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor de aanschaf van
een P.C. en een electronische kaartenbak
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkom
stig het voorstel van burgemeester en wethouders.
9. Voorstel tot het wijzigen van het Algemeen Ambtenarenreglement
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
10. Voorstel tot het vaststellen van een HinderwetUitvoerinqsProgramma
Raadslid Van Beek-flulders zegt, dat haar fractie gelukkig is met het vast
stellen van HUP en Milieunota. Daardoor kunnen de Hinderwetbepalingen meer
structureel worden uitgevoerd. Zij pleit voor meer berictgeving naar de
burgers toe. In verband hiermee spreekt haar de zinsnede onder het kopje
Hinderwet zeer aan, dat bij het wegwerken van de achterstand in de vergun
ningensfeer overleg gepleegd zal worden met en bijstand verleend zal worden
aan de betrokkene(n)Zij pleit verder voor een goede taakomschrijving van
de milieutaken, die de nieuwe ambtenaar te wachten staan.
De voorzitter merkt in dit verband op dat HUP en Milieunota thans tezamen
door raadslid Van Beek-Mulders zijn behandeldHij geeft echter toe, dat de
agendapunten 10 en 11 elkaar gedeeltelijk overlappen.
Raadslid De Lange is blij, dat nu de nieuwe HUP op tafel ligt. Spreker is
geschrokken van de enormne achterstand in de verlening van Hinderwetvergun
ningen. Zo'n 93 inrichtingen hebben geen of een ondeugdelijke vergunning.
Ofschoon het college instemt met de conclusies en aanbevelingen uit het
rapport van de Grontmy, kiest het toch voor uitvoeringsmodel 2 terwijl de
Grontmy kiest voor model 3, om de achterstand in te halen. Graag wil hij
hierover enige uitleg, omdat de raad door het college verzocht wordt om met
model 2 in te stemmen.
Raadslid Joosen heeft grote bewondering voor de heldere wijze, waarop de
Grontmy Eindhoven in de commissievergadering het ontstaan van de materie
heeft uitgelegd. Hij zou graag van het college vernemen, hoe de grote ach
terstand in de vergunningverlening is ontstaan.
Raadslid van de Kreeke vraagt hoe het komt, dat de gemeente zo laat is met
het aanvragen van een stimuleringsbijdrage van het ministerie van VROM nl.
pas in augustus 1987. Hoewel de conclusies en aanbevelingen aanleiding ge
ven om uitvoeringsmodel 3 van de Grontmy te kiezen, stelt het college toch
aan de raad voor, om uitvoeringsmodel 2 te accepteren. Bovendien zal het
college jaarlijks inzicht geven in de stand van zaken met betrekking tot de