-25-
kan het raadslid daar zijn commentaar op leveren. Er zijn altijd voor- en
tegenstanders, maar voordat het college eraan begint, zal men zich hier
terdege op orienteren.
Het beleid is in feite heel duidelijk: het aanscherpen van een aantal
milieuzaken in deze gemeente; niet alles tegelijk willen doen, maar met
realisme kiezen uit de talloze mogelijkheden, en praktisch en concreet
daarmee bezig zijn. Het college is beperkt in deze nota, maar er zullen
nog vele stapjes volgen.
Men kan zich inderdaad afvragen of Teteringen wel zo milieubewust is,
zegt de wethouder tot raadslid Van Geffen, gezien de toename van huishou
delijk afval en ondaks het gebruik van het "bollenparkje"De gemeente
moet zich in dit verband niet te snel op de borst slaan. De slogan: "Ver
beter het milieu, begin bij jezelf" vindt zij aardig, want dat is wat de
nota in feite ook wil onderstrepen.
In tweede termijn zegt raadslid De Langedat de V.V.D. met grote be
langstelling de voorstellen en initiatieven van het college afwacht.
Raadslid Van de Kreeke is blij met de opmerking van de wethouder, dat de
gemeente niet veel mogelijkheden heeft, en de P.v.d.A. is het daarmee
volkomen eens. Spreker is echter van mening, dat een voornemens van het
college om zijn beleid te zetten op dat van andere overheidsorganen, in
zo'n nota vermeld dient te worden. De dikke boeken, die andere gemeenten
over het milieubeleid schrijven, geven wel aan hoe belangrijk het is, dat
er voor raadsleden iets ligt, waarop zij zich kunnen baseren. Voor deze
raad is dat intaal vier pagina's A-4Men zoou als kritiek kunnen zeggen,
dat andere gemeenten in hun dikke boeken een en ander "overgeregeld" heb
ben, maar voor raadsleden zou er een soort "bijbel" moeten zijn, waaruit
men kan putten, van waaruit men het collegebeleid kan toetsen en dat
college daarop kan aanspreken. Jaarlijks kan er via de begroting getoetst
worden, maar als er geen nota is om op terug te vallen, kan de raad niet
zeggen dat het college dat of dat beloofd heeft, of een bepaald beleid op
een project heeft gezet. Als er in het collegevoorstel staat, dat de raad
verantwoorde keuzes kan maken (op iets, dat niet bestaat), heeft de
P.v.d.A. daar zeer veel moeite mee.
Zal de gemeente zich integraal aansluiten bij hetgeen overheid, Provincie
en Stadsgewest daarover kenbaar hebben gemaakt? Zo ja, dan heeft zijn
fractie haar bijbel, waarop zij het college kan toetsen en aanspreken.
Zij behoeft dan alleen maar het betreffende "boek" te raadplegen. Spreker
zou daar zeer blij mee zijn. De P.v.d.A. blijft de nota echter een mager
stuk vinden, dat in deze vorm nauwelijks te gebruiken is.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk antwoordt, dat de V.V.D. niet lang op
initiatieven zal behoeven te wachten, want de stuurgroep zal voortvarend
aan het werk gaan, zodra het voorstel door een raadsmeerderheid is goed
gekeurd
Tot raadslid Van de Kreeke zegt zijdat in de commissiekamer een hand
boek ter inzage zou kunnen worden gelegd, waarin alle bestaande
milieuwetten worden genoemd en ook, wie verantwoordelijk is voor de uit
voering daarvan, zodat zo'n instantie zou kunnen worden aangesproken.
Maar de gemeente kan echt niet zoveel en is zeer slecht toegerust om mi
lieuwetten te handhaven.
Raadslid van de Kreeke zegt bij interruptie, dat er een regelgeving is,
waarop lokaal beleid te zetten is. Het college doet dat niet. Hij doelt
op lucht-, water- en bodemverontreiniging, milieugevaarlijke stoffen,
natuurbeleid en dergelijke.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk antwoordt hierop, dat de regelgeving zodanig
is, dat handhaving daarvan niet berust bij de gemeentelijke overheden.
Daar, waar ze wèl bij de gemeente berust, staat de regelgeving in de
gemeentelijke A.P.V.
Zij bestrijdt, dat er voor raadsleden geen nota is om op terug te vallen.
