3 brief van de West-Brabantse Vogelwerkgroep inzake de bejaging van onschadelijke vogelsoorten; 4 brief van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging inzake beja ging van onschadelijke vogelsoorten; 5. brief van de vereniging LOTA met het verzoek de gemeente Teteringen uit te roepen tot anti-apartheidsgemeente; 6. "Kort Bestek", nrs. 17 en 18. Naar aanleiding van de ingekomen stukken merkt raadslid Valk op, dat het C.D.A. de samenwerking tussen de West-Brabantse Vogelwerkgroep en de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging een goede zaak vindt. Met betrekking tot de brief van de vereniging LOTA merkt hij op dat het CDA uiteraard tegen apartheid is, maar dat anti-apartheid een zaak is die op rijksniveau aandacht moet krijgen. 4. Informatie vanuit het Stadsgewest Raadslid van Beek-Mulders vraagt met betrekking tot punt 5 van de informatie, of het college precies kan aangeven hoe groot het Tetering- se aandeel is in het BOTT-gebied en wat de consequenties zijn, wanneer op genoemd gebied de functie recreatie gelegd gaat worden. Hoe is dan de werking binnen de landinrichtingsplannen? Raadslid De Lange vraagt hoe hoog ongeveer de tariefsverhoging voor de burgers gaat worden, als het krediet van 750.000,benodigd als Teteringse aandeel voor aankoop van grond voor de stortplaats Zevenber gen, op hen verhaald zal worden. De voorzitter antwoordt aan raadslid De Lange, dat hij zelfs niet bij benadering kan schatten hoe hoog de bedoelde tariefsverhoging zal uit pakken. Volgens mededeling van de Bredase wethouder van Milieuzaken, de heer Römkens zullen deze tarieven in de komende jaren zeer hoog stijgen. Voorts geeft spreker raadslid De Lange nog ten antwoord dat dit alleen de stort-'plaats Zevenbergen betreft. De verbrandingsinstal latie Moerdijk, bestemd voor een grotere regio, komt daar nog bij. In de toekomstige verwerking van de afvalstoffen, zal iedere burger zijn aandeel moeten bijdragen. Wethouder Vossenaar-Blokdijk antwoordt raadslid Van Beek-Mulders, dat het Teterings gebiedsdeel binnen het BOTT-overleg het gehele gedeelte betreft zoals het ook is opgenomen in het LandinrichtingsgebiedHet BOTT-gebied is veel groter dan het Landinrichtingsgebied.Destijds heeft Teteringen met het BOTT-overleg ingestemd, omdat de gemeente mee wilde blijven praten over ontwikkelingen, die beslist niet buiten haar om mochten gaan; aan het begin van deze studie kon niet vermoed wor den, dat het Landmetingsproject zo snel van start zou gaan. Bij de be sprekingen zijn steeds twee uitgangs-punten voor ogen gehouden: het in het bestemmingsplan Buitengebied vastge-legde uitgangspunt, dat recrea tief mede-gebruik toestaat, niet meer dan dat. Ook heeft Teteringen zich altijd verzet tegen het bos, zoals dat is ingetekend op de bij de notitie behorende kaart. De nu gereed zijnde notitie wordt gebruikt als één van de onderleggers voor een zgn. P.B.V.-deelplan, d.i. een recretieplan in het kader van de provinciale openluchtrecreatie. Het rapport is weer één van de z.g. "seod:orplannen"die ten grondslag liggen aan de uiteindelijke landin- rich-tingsbesluitenHet Landinrichtingsgebied is voor Teteringen veel belancp-rijker dan het BOTT-rapport Raadslid Van de Kreeke vraagt, of de zinsnede"allen een eensluidende visie op hoofdlijnen ten aanzien van de inrichting van het gebied heb ben" door hem goed begrepen is. Wethouder Vossenaar-Blokdijk antwoordt, dat de genoemde hoofdlijnen voor Teteringen inhouden: extensief, recreatief medegebruik. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 18