GEMEENTE TETERINGEN
Raadsvergadering 10 november 1988 Agendanr2
Voorstel inzake het maken van bezwaar tegen het ontwerp-Uitwerkingsplan
Landinrichtingsgebied Teteringen
Teteringen, 1 november 1988
Aan de raad
Ter uitwerking van het streekplan West-Brabant heeft het college van Ge
deputeerde Staten van Noord-Brabant het ontwerp-Uitwerkingsplan Landin
richtingsgebied Teteringen vastgesteld.
Tot en met 18 november 1988 bestaat voor een ieder de mogelijkheid om
tegen bedoeld ontwerp schriftelijk bezwaren in te dienen.
In de voor-fase van het ontwerp-uitwerkingsplan Landinrichtingsgebied Te
teringen hebben wij ons standpunt ten aanzien van een eerder ontwerp ken
baar gemaakt in een gehouden hoorzitting, hetgeen echter niet heeft gere
sulteerd in een voor ons aanvaardbaar eind-ontwerp
Wij blijven de volgende bezwaren tegen het ontwerp-plan houden.
1Agrarisch gebied pag6_ van het ontwerp)
De gemeente Teteringen kent van oudsher een goed functionerende land
bouw. Vrijwel alle thans gevestigde bedrijven beschikken over opvol
ging, zodat continuering van deze, voor de gemeente belangrijke, be
drijven gewaarborgd is. In het vigerende bestemmingsplan "Buitenge
bied" is het gehele agrarische gebied als zodanig aangeduid.
Te meer daar een alternatieve lokatie voor de aanleg van een bosgebied
aanwezig is op en in de omgeving van de Spinolaschans en het landgoed
De Hartel zijn wij van mening, dat de situering van een bos in de
geledingszone tussen Breda en Teteringen geheel voorbij gaat aan de
belangen welke thans voor het gebied gelden, i.e. de aanwezigheid en
continuering van de gevestigde agrarische bedrijven. Voorts biedt het
gebied de mogelijkheid tot boerderijvestiging, waardoor herschikking
van voor de landbouw bestemde gronden meer en betere mogelijkheden
biedt, hetgeen de bedrijfsvoering ten goede komt.
2. Visueel open agrarisch gebied met landschappelijke waarde pag6_ van
het ontwerp)
In het ontwerp-plan wordt uitgegaan van het behouden en zo mogelijk
versterken van de agrarische functie hetgeen wij onderschrijven. Wij
zijn evenwel van mening, dat de hydrologische situatie (kwel) geen be
lemmering mag opleveren voor de bedrijfsvoering van de bedrijven, die
in dit gebied graslanden hebben. Aangezien het naar onze mening moge
lijk is om door middel van waterbeheersing het voorkomen van kwel te
behouden, pleiten wij voor aanwijzing van het gebied direct ten westen
van de Middenweg. De bedrijfsvoering van de agrarische bedrijven wordt
hierdoor beter veilig gesteld, terwijl de natuurwaarde behouden
blij ft
Overigens levert een en ander bovendien een naar onze mening meer lo
gische groepering van functies op, namelijk die van bosgebied in het
westen met een aansluitend natuurgebied. Het meer groeperen van de
functies zoals bovenbedoeld levert een aaneengesloten agrarisch gebied
t^n oosten van het Bergse Pad op. In combinatie met het situeren van
het gebied met natuurwaarde ten westen van de Middenweg levert zulks
de mogelijkheid tot vergroting van huiskavels en eventuele bedrijfs-