belemmering voor de agrariërs (eigenlijk een stille onteigening) zou kun
nen meenemen. Of is het uitspreken van twijfel aan de haalbaarheid van het
Uitwerkingssplan voldoende bezwaar volgens het college? De Dorpsgemeenschap
wilde de begrenzing van het natuurgebied minder scherp stellen, maar daar
van heeft zij in het voorstel eigenlijk niets teruggevonden; het staat er
vrijwel hetzelfde als voordien. In de zinsnede: 'Het meer groeperen van de
functies zoals boven bedoeld levert een aaneengesloten, agrarisch gebied
ten westen van de Bergse Pad op' moeten de laatste woorden volgens haar
fractie gewijzigd worden in: 'ten oosten van de Middenweg'. Op de kaart
loopt de Middenweg van zuid naar noord door het hele gebied. De Bergse Pad
loopt slechts tot aan de Stidstraat; het natuurgebied zou dan gehandhaafd
kunnen worden op het geprojecteerde terrein.
Voor het overige kan haar fractie het wel eens zijn met de geformuleerde
bezwaren
Wethouder Vossenaar-Blokdijk gaat nu in op de vragen van de raadsleden De
Lange en Brounts over de zandwal, die om onnaspeurlijke reden is opgericht
tussen Breda en Teteringen en als een redelijk harde wand wordt ervaren.
Anderen vinden dit nu juist weer van de bebouwing van Breda. Toch is deze
bebouwing ook op Bredaas grondgebied aan alle kanten door bomen omringd en
ten zuiden van de Vucht ligt zelfs een park van 20 Ha. ter afscherming.
Teteringen heeft in het kader van het vooroverleg op een gegeven ogenblik
voorgesteld de zandwal te slechten naar aanleiding van een fotoserie over
het gebied, aan de gemeente geschonken door de Heemkundige Kring en de Na
tuurhistorische Vereniging Breda. Bij beschouwing van deze foto's kregen
zowel de provinciale als alle andere aanwezigen de indruk, dat deze zand
wal een barrière vormde, die het recreëren voor de stedelingen bemoeilijk
te. De naar de mening van het college nogal opgeblazen problematiek kon
volgens het gemeentebestuur de wereld uit zijn, als het walletje werd ge
slecht of van een aantal doorgangen voorzien, in plaats van de ene, die er
momenteel is. Enerzijds is dit gedaan ter bescherming van het natuurge
bied, anderzijds wil Teteringen er best een doorgangetje bij hebben, om de
recreatieve druk ook via Teterings gebied te laten afvloeien.
Al leek dit de Provincie in eerste instantie een zeer pragmatische, prak
tische oplossing, toch weet spreekster niet, hoe de uiteindelijke reactie
in Den Bosch zal zijn. Toch heeft het college dit bezwaar willen meenemen,
om aan te geven, dat van de kant van de gemeente misschien op heel eenvou
dige wijze wat openheid kan worden geboden.
Raadslid Van de Kreeke interrumpeert en vraagt, wat nu de bedoeling is:
hier en daar een opening in de zandwal of deze totaal slechten, zoals in
het voorstel staat.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk antwoordt, dat in eerste instantie de zaak
moet blijven zoals hij is, maar als mogelijkheid draagt de gemeente aan,
dat zij zich niet zal verzetten als de wal geslecht wordt en het park deel
gaat uitmaken van het hele gebied. Zou de gemeente Breda het op een gege
ven ogenblik goed vinden als er doorgangen komen en niet de hele wal wor
den geslecht, dan zal Teteringen zich ongetwijfeld in deze gulden midden
weg kunnen vinden. De mogelijkheid om de wal weg te halen beschouwt het
college echter als een reële optie in de richting van een verbeterd onder
ling contact.
Als Teteringen zelf niet de uit het voorbereidingsbesluit voortvloeiende
planologische maatregelen zou nemen kunnen Gedeputeerde Staten deze, zelfs
op kosten van de gemeente, laten treffen, waartegen het gemeentebestuur dan
in beroep kan gaan. Niemand weet, hoe lang dit alles zou gaan duren. Het
gemeentebestuur heeft een jaar de tijd om maatregelen te nemen, zo niet,
dan volgt er een aanwijzing, waartegen dan in beroep kan worden gegaan.
Waarschijnlijk is het dan al weer een jaar verder.De raadsleden Van Beek-
Mulders en Van Hooydonk-Rijken hebben naar de mening van de wethouder over
het Natuurgebied gezegd:
- 6 -