krijgen regelmatig een nieuwsbrief; notulen en vergaderstukken kunnen wor den ingezien. Toch leeft dit alles nog weinig. Hoe ervaart de heer Van de Kreeke, de af gevaardigde van Teteringen in het Stadsgewest een en ander? Is het hem altijd duidelijk, welk standpunt hij namens Teteringen moet in nemen? Legt dan zijn standpunt ook enig gewicht in de schaal? Is het wel licht zinvol om vóór de Gewestraadsvergadering met de andere raadsleden van gedachten te wisselen en daarna op een vooraf vastgelegde wijze van de ver gadering verslag te doen? De subsidieregeling is onlangs eveneens gewijzigd, de Rijksbijdrage aan het Stadsgewest vervalt en de bijdrage per inwoner is verhoogd. Misschien is deze nieuwe situatie een goede reden voor een discussie over het nut van het Stadsgewest en de wijze, waarop dit thans functioneert. Zijn alle stadsgewesttaken bijvoorbeeld even zinvol? De discussie hierover moet niet in deze raadsvergadering plaatsvinden, maar in een commissievergadering; thans zou een kort antwoord van het college voldoende zijn. Raadslid Valk vraagt, hoe het verschil tussen de Stadsgewestbijdragen over 1988 en 1989 tot stand is gekomen. Hij spreekt daarbij maar niet over de Brandweer, vanzelfsprekend is dit verschil veel groter. De voorzitter antwoordt, dat een discussie over het nut van het Stadsgewest moeilijk zal zijn, daar Teteringen deelneemt aan de Gemeenschappelijke Re geling, die door alle deelnemende gemeenten tezamen is opgesteld. Hierover kan beter worden gesproken in de commissie Algemene Zaken, en raadslid Van de Kreeke zou dan thans een voorlopig antwoord kunnen geven. Het college heeft getracht de bijdrage van het Stadsgewest budgettair neu traal te doen verlopen, zodat de bijdragen voor 1988 en 1989 even hoog zou den zijn. Een deel van het verschil komt inderdaad voort uit de brandweer- taken, die niet voor dat bedrag gerealiseerd kunnen worden. Er zijn echter al voorstellen geopperd, om deze bijdrage zoveel mogelijk te beperken. De gelden, die voorheen rechtstreeks van het Rijk naar het Stadsgwest toe stroomden, zullen in de toekomst via het gemeentefonds verlopen. Een com plicatie hierbij is evenwel, dat er bedragen naar de gemeente vloeien; er zal korting worden toegepast, die niet onmiddellijk binnen het Stadsgewest kan worden geplaatst en doorberekend. Voor dit probleem moet in 1989 een oplossing worden gezocht. Raadslid Van de Kreeke krijgt het woord. In het Stadsgewest vertolkt hij het Teteringse standpunt over bepaalde kwesties. In eerste instantie ge beurt dit in het Breda-PTT-overlegwaarna een gezamenlijk standpunt uit deze sectie weer in het Stadsgewest wordt ingebracht. Spreker kan niet zeg gen, of het Teteringse standpunt altijd gewicht in de schaal legt; in het onderhavige geval wèl; en hijzelf houdt het gemeentelijk belang steeds goed in het oog. Het lijkt hem dus niet zo zinnig om daarover eerst van gedachten te wisse len. Als er door de gemeente iemand wordt afgevaardigd in een commissie of in het Stadsgewest, gebeurt zoiets ook bijna nooit. Bovendien stelt hij ook wel vragen aan de betreffende wethouder, zoals onlangs nog bij BOTT-aange- legenheden. Daardoor weet hij in ieder geval wat er ten aanzien van be paalde zaken in de gemeenteraad leeft. De eigen fractiestandpunten komen op zo'n moment naar voren. De raadsleden kunnen dus een verslag samenstellen uit stukken, die voor hen ter inzage liggen voor de raadsvergadering, bijvoorbeeld een verslag van vorige Stadsgewestvergaderingen, van commissies waarin spreker zitting heeft enzovoort. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders. 5. Voorstel tot het vaststellen van de begrotingen 1989 van de gemeentebedrij ven en van de algemene dienst. Zie voor behandeling in le termijn door de raad de bij deze notulen gevoeg- -5-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 12