afzonderlijk verantwoording schuldig is aan de raad. Hoe kan men dan nog zeggen, dat dat er niet staat en dat het zó gelezen wordt, dat het college toch als collectief verantwoording schuldig is? Natuurlijk heeft hij hier over inlichtingen ingewonnen en hij begrijpt ook, dat men er vanavond niet uit komt. Hij vindt het echter zo belangrijk, dat hij hierover met het college wil discussiëren, in de commissie Algemene Zaken of anderszins. Het loopt naar de verkiezingen toe en als de theorie van het college ver der zou worden gevolgd, dan zou het college dus als geheel inzet worden bij de verkiezingen. Het is uiteraard voor de verkiezingen ook zo, dat een wethouder afzonderlijk politiek verantwoording schuldig is aan de raad. De brief van het college ligt de Partij van de Arbeid, maar ook andere fracties zwaar op de maag. Het college accepteert dit niet en verdedigt zich door over tijdstippen en afspraken te praten. Dat is volgens spreker niet de strekking van het collegebetoogmaar hij denkt, dat het college het niet eens is met iets wat de fracties hebben gedaan en nu met het vin gertje omhoog gaat zitten. En daarover is hij het meest gevallen. Hij vindt het niet prettig, wanneer een voorzitter van een raad met zijn vingertje omhoog gaat zitten en een voorzitter van een fractie, in dit geval de Par tij van de Arbeid, zo beschuldigend toeschrijft. Daarom staat hij volledig achter de woorden van raadslid Prince, die zegt: als het college eens een steek laat vallen, stuurt de raad toch ook niet een brief met een dergelij ke strekking. Raadslid Prince zegt, dat hij het eens kan zijn met het college, dat zijn fractie zich niet aan de afspraak heeft gehouden. Hij heeft zich overigens diezelfde dag reeds verontschuldigd tijdens de commissievergadering. Er is hun toen mondeling gewezen op die tekortkoming en daarmee kan hij vrede hebben. Maar zijn fractie heeft bezwaar tegen de brief; hij vond die niet nodig en zeker niet de manier waarop de brief gesteld was. Op zijn zachtst gezegd was dit onprettig en hij vindt niet, dat het college op deze manier met de raad kan omgaan. De voorzitter wil graag een verdere discussie over artikel 129 met de Par tij van de Arbeid, eventueel in commissieverband. Dan zullen de zaken zeker duidelijker worden. Over de brief zegt hij nogmaals, dat de fractievoorzitters deze op een andere manier lezen, dan ze bedoeld is. Spreker heeft uiteraard begrip voor het functioneren van een raadslid en voor de moeilijkheden, die kun nen worden ondervonden. Ook het college maakt wel eens fouten of komt soms afspraken niet na. Maar hij is het niet met de fracties eens, dat de raad dit dan niet aan het college laat weten. Bij herhaling hoort het college, dat de raad iets niet zint of dat men het met het college niet eens is. En dat mag ook, maar mag het college dat dan ook doen, wanneer zijn functio neren om de een of andere reden wat moeilijk wordt? Dat was de intentie van de brief, en dan niet met het vingertje omhoog, of verwijtend, zoals men zegt, dat was geenszins de bedoeling. Het college wil alleen aangeven, hoe men het wil zien en dat er even bericht wordt gegeven, als afspraken niet kunnen worden nagekomen. Dat raadslid Joosen de brief naast zich neer legt is vanzelfsprekend, want deze heeft gezegd, dat hij geen algemene be schouwingen zou indienen. Als de raad gekwetst of geraakt zou zijn door de brief, spijt hem dat oprecht. Het college betreurt het, dat de inhoud har der aangekomen is, dan de bedoeling was en als de raad dat zegt, dan zal het college zich dat aantrekken. 28. Sluiting De voorzitter sluit deze laatste vergadering van het decennium en dankt de raad van harte voor alles, wat er dit jaar in samenwerking tot stand is gebracht. Mochten er golvingen geweest zijn in de vrijwel altijd goede sfeer, dan moeten die maar snel vergeten worden. Hij wenst allen goede feestdagen, een rustige jaarwisseling en een goed begin van 1990 toe. -25-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 25