met de voorbereiding en uitvoering van raadsadviezen en zaken, die in de
raad naar voren zijn gebracht. Het gaat niet aan, om daarvoor een enkele
persoon expliciet de verantwoordelijkheid te geven. Hierin sluit hij zich
aan bij het betoog van de CDA-fractie, die zegt, dat er in al de jaren,
waarin men met 't Web bezig is geweest, overal wel zaken zijn gebeurd,
waarvan men achteraf moest zeggen, dat er wellicht beter iets anders had
kunnen gebeuren. Dit zegt spreker dus als voorzitter van college en raad.
Raadslid Van de Kreeke vindt ook, dat de raadsvoorstellen van het college
komen, maar de voorzitter wil hem toch niet zeggen, dat een wethouder, die
een bepaalde zaak in zijn portefeuille heeft, niet als eerste politiek ver
antwoordelijk is voor het beleid, dat ten aanzien daarvan wordt gevoerd?
De voorzitter bedoelde dat inderdaad.
Raadslid Van de Kreeke is het daarmee zeer oneens. Een wethouder kan door
de raad politiek aansprakelijk gesteld worden voor zijn beleid en het col
lege komt uiteraard met voorstellen en zal dan ook op die voorstellen be
keken worden.
De voorzitter antwoordt, dat een college verantwoordelijk is voor de voor
bereiding en de uitvoering van de raadsvergaderingen. Daarnaast is het col
lege natuurlijk ook belast met een aantal specifieke taken. Dit college
(althans twee leden daarvan) is door de raad gekozen, één lid is toegevoegd,
maar maakt geen deel uit van de raad. Pas wanneer de raad uitspreekt, dat
er een politiek falen is geweest van een wethouder, dan heeft die wethouder
ook politiek gefaald. En hij is wel politiek aanspreekbaar voor bepaalde
zaken, maar de politieke verantwoordelijkheid, waarbij de PvdA wat geladen
heid legde, wil spreker toch ontkennen. Het college is tijdens de voorbe
reiding en heroverweging van zaken steeds als totaal-college daarmee bezig
geweest
In de richting van raadslid Joosen zegt hijdat er inderdaad verschil is
in de exploitatielasten, die jaarlijks voor 't Web gelden. Daarin zitten
nu echter de subsidiëring en ook nieuwe punten, die vroeger nooit geraamd
werden, zoals onderhoud en nieuwe investeringen. Wanneer vanaf het begin
daarvoor gelden zouden zijn gereserveerd, rekening houdend met alle kosten,
dan zou het bedrag van 165.000,ook op de exploitatie hebben gedrukt;
daarvan moet worden uitgegaan.
Raadslid Prince zegt, dat in het subsidie wel een onderhoudsreserve zat,
zeker vanaf 1985.
De voorzitter beaamt dit. Maar dat was het bedrag van 70.000, minus
een aantal betrekkelijk kleine posten, die daaraan besteed zijn.
Wethouder Verstegen antwoordt aan het adres van raadslid De Lange, dat ook
in de commissievergadering is gesproken over de raming voor het schilder
werk. De ambtelijk medewerker heeft uitgelegd hoe men aan dat bedrag is
gekomen. Hij vindt niet, dat hij zich ervoor moet verantwoorden, of er 40
of 50 manuren moeten worden berekend. Als het college aansprakelijk is
voor een bepaald beleid, moet men ook beleid kunnen maken. Er ligt thans
een stuk voor, dat door de dienst is opgezet en het college heeft daar het
volste vertrouwen in. Het normbedrag is door de betrokken ambtenaar toege
licht in de commissievergadering en spreker kan en wil zich hierover niet
gedetailleerd uitlaten.
Raadslid Joosen vindt, dat de verbouwing van 't Web voor deze prijs prak
tischer had kunnen gebeuren, zij het dan wat minder aantrekkelijk, doch
het college is van mening, dat verfraaiing van het gebouw niet alleen een
luxe is, maar dat bepaalde zaken duidelijk aan een opknapbeurt toe zijn,
zodat men er weer voor een aantal jaren van af is.
Raadslid Van de Kreeke heeft enkele opmerkingen gemaakt, die spreker graag
aanneemt. Maar wat de voorzitter hierover heeft gezegd, is juist. Er is
gezamenlijk over gesproken en hij heeft er geen zin in om als zondebok te
dienen. Er zijn fouten gemaakt, door het college, maar toch ook wel van de
zijde van de raad. Hij vindt, dat hij er recht op heeft om dit te zeggen.
-9-