4. Uitgangspunt bij het tot ontwikkeling brengen van de bestemmingsplannen "Het
Kerkeind" en "Kerkeind 4" is geweest de achtertuinen van de panden aan de
Hoolstraat, ondanks hun diepte, te respecteren.
Om die reden grenzen de achtertuinen van de bestaande bebouwing aan de Hool
straat aan die van de woningen in "Het Kerkeind" en "Kerkeind 4".
Voor de bewoners, die niet met hun perceel aan de betreffende tuinen gren
zen, betekent dit inderdaad dat het uitzicht daarop belangrijk minder is.
Dit is overigens een gevolg van die bewuste planontwikkeling. Het bezwaar
heeft geen betrekking op het aan de orde zijnde ontwerp-bestemmingsplan en
is derhalve o.i. niet relevant.
Wij stellen u dan ook voor dit bezwaar niet ontvankelijk te verklaren.
5. In de wetenschap verkerend, dat het nog geruime tijd zal duren voordat tot
het realiseren van een nieuwe bouwlokatie kan worden overgegaan, is door
middel van een stedebouwkundig onderzoek bekeken in hoeverre door het ont
wikkelen van nieuwe bouwinitiatieven en door herinrichtingsmaatregelen de
ruimtelijke kwaliteit in onze gemeente kan worden verbeterd. Allereerst
heeft dit geleid tot een inventarisatie van de bestaande situatie, gevolgd
door een analyse van de ruimtelijke structuur. Dit heeft voor wat betreft
de bebouwde kom geleid tot aanwijzing van een tweetal lokaties, waarvan er
een de lokatie van het tuincentrum aan de Hoolstraat betreft.
De voorgestelde inbreidingsplannen houden een zeer gerichte en kleinschali
ge aanpak in, gericht op de versterking van het stedebouwkundig patroon en
de wisselwerking daarbinnen van bebouwde en open groene ruimten.
Wij vermogen niet in te zien waarom de op die gronden geplande bebouwing
tot afbraak van de leefbaarheid en de sociale verhoudingen binnen het dorp
zal leiden en het evenwicht zal verstoren. Ook is er geen sprake van het
"volstouwen" van open plekken, omdat de invulling met de nodige zorgvuldig
heid en op een stedebouwkundig verantwoorde wijze zal plaatsvinden. Voorts
achten wij het geen stimulans voor projektontwikkelaars om andere gebieden
in de Hoolstraat aan die zijde te ontwikkelen. Het zijn incidentele loka
ties, die door hun toevallige situering zich goed om voormelde redenen voor
bebouwing lenen.
Wij achten dit een niet relevant bezwaar en stellen u voor het ongegrond te
verklaren
6. Om de redenen, onder 5 hiervoor vermeld, achten wij dit onderdeel van het
bezwaar niet relevant en stellen u voor het ongegrond te verklaren.
Ad 3
Reclamant maakt bezwaar, omdat er naar zijn mening overlast zal ontstaan voor
wat betreft verkeershinder en beperking van zijn vrijdom.
Voorts stelt hij dat, indien het plan toch verwezenlijkt wordt, er op kosten
van de gemeente een degelijke erfafscheiding (muur) geplaatst dient te worden.
Ter plaatse was aanwezig een pad, waaraan door de vaststelling indertijd van
het bestemmingsplan "Het Kerkeind", de bestemming van "wegen" is toegekend.
De breedte daarvan bedraagt 2,5 meter.
Het pad heeft tot functie de bestaande kern met het woongebied "Het Kerkeind"
voor het langzame verkeer te verbinden. Daarnaast dient het pad als uitweg
voor de aangrenzende percelen van en naar de Hoolstraat. Door de eigenaren van
de aangrenzende percelen wordt ook met auto's van genoemd pad gebruik gemaakt.
Vaststelling van genoemd plan zal er toe leiden, dat het bestaande pad verbreed
wordt tot in totaal 5 meter, waarin een voetpad ter breedte van 1,50 meter. De
dan ontstane weg blijft voor gemotoriseerd verkeer naar en van het bestemmings
plan "Het Kerkeind" gesloten. Uit dien hoofde zal de verkeersdruk ter plaatse
niet toenemen. Door de verplaatsing van het tuincentrum naar het buitengebied
-25-