gemeente teteringen
NOTULEN
van de openbare vergadering van de gemeen
teraad op donderdag 22 februari 1990 om
20.00 uur in het gemeentehuis.
Voorzitter Arn.H.A. van den Berg
Secretaris A.C. van Rooij
Raadsleden W.J.M. Vossenaar-Blokdijk
burgemeester
gemeentesecretaris
wethouder
wethouder
C.M.S. Verstegen
A.A.A.J.M. Prince
J.A.M. van Hooydonk-Rijken
H.J. van Geffen
J.J. van de Kreeke
P.M.L. Brounts
J.N.P. Joosen
P.G. de Lange
C.H.J.M. van Beek-Mulders
J.F.P. Valk.
De voorzitter opent de vergadering met het uitspreken van het openingsge
bed.
Hierna vraagt wethouder Vossenaar-Blokdijk in haar hoedanigheid van loco-
burgemeester het woord. Zij memoreert het feit, dat de voorzitter voor zes
jaar heeft bijgetekend als burgemeester van Teteringen.
Zes jaar geleden stapte de voorzitter Teteringen binnen, vanzelfsprekend
zeer benieuwd hoe de mensen in deze gemeente zouden zijn. Van de andere
kant was de raad evenzeer nieuwsgierig en gespannen, wat voor burgemeester
men zou krijgen. Het antwoord liet niet lang op zich wachten; met openheid
en oprechtheid is hij de raad tegemoet getreden en het is duidelijk gewor
den, dat men het best met elkaar kan vinden.
Het lot van de burgemeester en dat van de gemeente zullen thans weer voor
een periode van zes jaar nauw met elkaar verbonden zijn. En het zou wel
eens een spannende tijd kunnen worden. Bij de installatie sprak de raad
over 'een burgemeester, die bereid moest zijn om op de barricaden te klim
men'. Toen had men nog niet dat zicht op de discussie over herindeling en
expansiedrang van grote steden, dat men thans heeft. En het is wel duide
lijk geworden, dat niet veel kan worden uitgericht met barricaden, maar
dat tact, wijsheid en verstand betere wapens in de strijd zijn. En die
wapens heeft men al moeten slijpen in de uitputtende discussies over het
Landinrichtingsgebied, waarvan de uitkomst niet voor iedereen voor 100%
bevredigend was, maar waarin in ieder geval de eigen positie en het eigen
karakter van Teteringen op provinciaal niveau erkenning vonden.
Uit de veelheid van werkzaamheden en prestaties van de voorzitter kiest
zij juist dit voorbeeld, om te illustreren welke wezenlijke veranderingen
in het denkpatroon tijdens de eerste ambtsperiode van de burgemeester heb
ben plaatsgevonden. En ook in de komende zes jaar zal die ontwikkeling
niet te stoppen zijn. Voor een burgemeester is dan de taak weggelegd om
dit continue proces te begeleiden en te sturen. Hij draagt zorg voor de
grote lijnen in het beleid. Zijn politieke college- en raadgenoten komen
en gaan. Dat betekent iedere keer weer opnieuw: luisteren, uitleggen, bij
stellen en vasthouden wat wezenlijk is. Deze redelijk slopende taak laat
1. Opening
