zaken, met een volkomen beheersing van de materie en met een flutebosch,
die bewondering afdwingt in alle opzichten.Vooral de wijze waarop zij de
laatste 4 jaar het Teteringse milieubeleid met verve heeft verdedigd heeft
mij bijzonder aangesproken, omdat ik beroepshalve veel met milieuproblemen
te maken heb gehad en nog heb. Ook de treffend gekozen woorden waarmee zij
bij de ingebruikstelling van het bollenparkje een beroep deed op het
milieubewuster handelen van onze Teteringse bevolking zullen mij nog lang
bij blijven. Voorzitter, ik wil hier mevrouw Vossenaar hiervoor lof
toezwaaien en bijzonder hartelijk danken.
De derde uitzondering betreft onze ambtenaren die mij steeds ter wille
waren als ik een beroep op hun kennis deed. Ik hoop dat U ook aan hen mijn
welgemeende dank wilt overbrengen.
Voorzitter, ondanks de noodzakelijke bezuinigingen en ombuigingen en de
daarmee gepaard gaande wel zeer beperkte financiële middelen heeft de
gemeenteraad samen met Uw college in deze zittingsperiode
bewonderenswaardig veel tot stand gebracht. U heeft daarzelf net nog
opgewezen en dhr. Valk heeft hiervan bij de laatste algemene beschouwing
een opsomming gegeven. Ik ben dan ook dankbaar en ook een beetje trots van
zo'n raad deel te hebben kunnen uitmaken en mijn, zij het een bescheiden
steentje, te hebben kunnen bijdragen. En tenslotte wens ik voorzitter, de
nieuwe raad een even vruchtbare en succesvolle zittingsperiode toe als de
huidige. Dank U wel."
Wethouder Vossenaar-Blokdijk spreekt in haar dankwoord als volgt:
"Voorzitter, ik weet dat het moeilijk is om op dit soort momenten je
gedachten helder te formuleren. Ik heb wat opgeschreven, want er zijn
best wat zaken, die ik eigenlijk nog kwijt wil en van die gelegenheid
moet ik nu gebruik maken. Het is mijn laatste kans.
Ik wil eigenlijk altijd graag datgene zeggen wat mijn hart mij ingeeft en
het allereerste gevoel, dat mij op dit moment overspoelt, is dankbaarheid.
Dankbaarheid voor de vriendelijke woorden, die u gesproken hebt en die u
met veel zorg hebt gekozen, daar ben ik zeker van. Dankbaarheid ook voor
de vriendelijke woorden van anderen: dat doet een mens best wel eens goed.
Dankbaarheid ook voor de zeer smaakvolle herinnering aan deze periode.
Maar daarnaast, voorzitter, ook dankbaarheid voor het feit, dat ik deze
kans gehad heb, al klinkt dat misschien wat theatraal. Dat ik op mijn
manier iets positiefs heb mogen bijdragen aan het leven in en van Teterin-
gen. Teteringen, dat ons - toen wij hier kwamen wonen - zo open en vrien
delijk ontvangen heeft en juist dat is de achtergrond geweest van mijn
gemeentelijke bemoeienis. Ik wilde graag iets terugdoen en omdat ik alleen
maar schrijven en praten kan, was de uitnodiging om me te verdiepen in de
dorpspolitiek een hele welkome. Ik heb m'n best gedaan, voorzitter. En wel
met heel veel plezier.
Toen ik wethouder werd - onverwacht en voor m'n eigen gevoel véél te
vroeg - en toen ik letterlijk met knikkende knieën m'n eerste raadsverga
dering inging, toen kon ik niet vermoeden dat ik me zó thuis zou gaan
voelen in dit vak.
Ik noem het "'n vak" voorzitter, al kun je er niet voor leren. Maar van
"iets, wat je erbij kunt doen" is wethouder zijn in een kleine gemeente
toch geworden tot een redelijk overheersende tijdsbesteding. Zeker als die
gemeente omringd wordt door grotere soortgenoten, die full-time bestuur
ders bezitten. Enerzijds is dat een geweldige uitdaging, anderzijds een
belasting. Er wordt van je verwacht - en terecht denk ik - dat je op het
zelfde niveau mee praat en dat betekent dikwijls veel lees-en denkwerk. Nu
had ik het geluk, dat ik naast het wethouder zijn geen volledige maat
schappelijke andere functie had, want meestal is dat niet zo. Het is te
hopen dat in deze dagen veel vertrekkende collega's met mij pleiten voor
voldoende faciliteiten voor wethouders in kleinere gemeenten. De eisen,
- 10 -