2. Wordt over een onderwerp een regeling getroffen overeenkomstig de uitkom
sten van het Centraal Overleg, dan doen burgemeester en wethouders daarvan
mededeling aan de commissie; wordt geen regeling getroffen dan vindt ter
zake alsnog overleg in de commissie plaats.
Artikel 6
Besluiten omtrent de in artikel 5 bedoelde onderwerpen worden door burge
meester en wethouders en de raad niet genomen, noch voorstellen daarom
trent door burgemeester en wethouders aan de raad gedaan dan nadat de com
missie haar gevoelen over de concept-besluiten, respectievelijk voorstel
len heeft kenbaar gemaakt.
Artikel 7
1. De commissie, alsmede de vertegenwoordiging van de organisaties, is be
voegd aangaande de in artikel 5 bedoelde onderwerpen voorstellen te doen
aan burgemeester en wethoudersu
2. Heeft een voorstel betrekking op onderwerpen, behorende tot de bevoegdheid
van burgemeester en wethouders, dan nemen deze daaromtrent een beslissing.
Behoren zij tot de bevoegdheid van de raad, dan brengen burgemeester en
wethouders het voorstel, voorzien van hun advies, in elk geval ter kennis
van de raad, indien uit het voorstel de eenstemmige wens der vertegenwoor
diging van de organisaties daartoe blijkt.
3. De besluiten, welke naar aanleiding van voorstellen van de commissie wor
den genomen, worden aan de vertegenwoordiging van de organisaties en aan
de hoofdbesturen van de vertegenwoordigde organisaties medegedeeld.
Artikel 8
1„ De commissie kan, indien dit voor de behandeling van een bepaald onderwerp
nodig wordt geacht, een subcommissie instellen, bestaande uit door haar
aan te wijzen voorzitter en leden.
2. De secretaris van de commissie is tevens secretaris van de subcommissie.
Hij kan zich doen bijstaan of vervangen door degenen die ingevolge artikel
4, lid 2, ter beschikking staan.
3. Het bepaalde in artikel 12 is van overeenkomstige toepassing.
Vergaderingen
Artikel 9
1. De commissie vergadert indien de voorzitter dit nodig oordeelt op door hem
te bepalen tijdstippen.
2. Voorts belegt de voorzitter een vergadering indien ten minste drie leden
van de commissie hem dit schriftelijk met opgaaf van redenen verzoeken en
wel uiterlijk binnen één maand na ontvangst van het verzoek.