gemeente teteringen
De raad van de gemeente Teteringen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 20 november 1990;
gelet op de artikelen 272, aanhef en onderdeel h, en 277, eerste lid, aanhef
en onderdeel b, ten eerste, van de gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten 1991.
Begripsomschrij vingen
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt:
a onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde
gemeentewater begrepen;
b onder afvalwater verstaan water en stoffen die worden afgevoerd via de
gemeentelijke riolering;
c onder eigendom verstaan een roerend of een onroerend goed.
Belastbaar feit en belastingplicht
Artikel 2
1 Onder de naam "rioolrechten" wordt geheven: een recht van de gebruiker van
een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke
riolering wordt afgevoerd.
2 Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, wordt als ge
bruiker aangemerkt, degene die naar de omstandigheden beoordeeld het eigen
dom al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht gebruikt.
Artikel 3
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling
bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten
geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat
indien twee of meer van die gedeelten te zamen als een geheel worden gebruikt,
deze als één eigendom worden aangemerkt.