dat een personeelslid van de voormalige dienst benoemd is bij de gemeen te Teteringen. De opdeling van de personeelskosten heeft naar enige func ties plaatsgevonden op grond van een procentueel aandeel. Geen ervaringscijfers waren bekend. Op grond van de cijfers 1990 is een nadere toerekening van de sector grondzaken in de begroting 1991 opge nomen De PvdA-fractie stelt, dat het moeilijk is nu te bewijzen, dat het col lege te royaal begroot en komt in dat verband met voorbeelden. Wanneer wij deze voorbeelden zouden gaan bespreken zou dit leiden tot een technisch verhaal, vol met cijfers, wat vrijwel niet te behandelen is. Er zijn een aantal verklaringen te geven. Maar uiteraard blijven begro tingen een zo goed mogelijke raming van te verwachten inkomsten en uit gaven. Sommige posten zullen hoger, andere daarentegen lager zijn. Wanneer we het eerste voorbeeld bij de kop nemen, kunnen we zeggen, dat er bij algemeen bestuur inderdaad sprake is van meer personeel dan in 1989 en 1990, maar dat er bij de financiering ook extra-middelen daar voor beschikbaar komen. Bovendien gaat het ook om de uitkomsten van het arbeidsvoorwaardenoverleg 1989 en 1990, waarvan de inkomsten ook elders verantwoord zijn dan bij de inkomsten van hoofdfunctie 0. De stelling, dat je de begroting niet met de begroting van het voorgaan de jaar maar met de laatst bekende rekening moet vergelijken, is best aanvechtbaar. De begroting is n.l. geënt op onderbouwde calculaties, bij de rekening kan sprake zijn van toevallige factoren. Ook deze zou je dan weer zorgvuldig moeten analyseren. De opmerkingen over het verschil in cijfers voor wegen en vervoer komen in een heel ander daglicht te staan, wanneer ook duidelijk is welke uitgaven in 1989 niet gedaan zijn. Daarom voelen we ook veel meer voor de suggestie van de PvdA-fractie - en willen we dat ook toezeggen - dat we in het komende begrotingsjaar, na het zichtbaar worden van de rekening 1990, de belangrijkste beïnvloed bare uitgaven critisch zullen bekijken in de commissie AZ/Middelen. Dit sluit trouwens ook volkomen aan bij onze toezegging aan de CDA-frac- tie, om op termijn voortgangsrapportages t.a.v. jaarrekening c.q. begro ting aan de orde te stellen. De CDA-fractie vraagt nog naar de lagere rentevoeging aan de belegde al gemene bedrijfsreserve van het woningbedrijf. Dit is mogelijk op grond van artikel 2 van de Beschikking belegging algemene bedrijfsreserve en fondsen van toegelaten instellingen. In dit artikel is bepaald, dat de reserve voor ten hoogste 60% op lange termijn belegd mag worden. Het zal duidelijk zijn, dat beleggingen op lange termijn een hoger rendement opleveren dan beleggingen op korte termijn. Een gemiddeld percentage van 5% is aangehouden. De algemene bedrijfsreserve van het woningbedrijf wordt uiteraard gebruikt als een vast financieringsmiddel. Bij een eventuele privatisering zal uiteraard de reserve overgedragen worden. Voor vervangende financiering zal dan gezorgd moeten worden. Voor rentelasten is dan een bedrag van 272.000,beschikbaar. Dit bedrag houdt bij een rente van 9% een financieringscapaciteit van ca. 3.000.000,in. -62-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 62