Raadslid Adriaansen vindt niet, dat zijn woorden geheel juist zijn weerge
geven. In eerste termijn heeft het college gezegd, dat het maximum plafond
eigenlijk ligt aan het huidige subsidiebedrag. Zijn fractie wil die zeker
heid juist niet onderstrepen. Het college is in overleg met de bibliotheek
en daar zal iets uitkomen. Spreker heeft juist het college duidelijk wil
len maken dat zijn fractie niet tegen een verhoging van het subsidie aan
de bibliotheek is, als dat uit een oogpunt van een verantwoorde taak voor
de bibliotheek mogelijk is. Daarom wil zijn fractie nu juist niet, dat het
college straks dat subsidie niet zou kunnen verhogen, omdat het maximum-
subsidiebedrag geblokkeerd zou zijn. Als het college het subsidie aan de
bibliotheek wél zou verhogen, zou dit in het gegeven geval betekenen, dat
men het ergens anders weg moet halen, want het zal toch ergens vandaan moe
ten komen.Daarmee kan het CDA op dit moment ook niet instemmen, omdat men
niet weet, waar dat dan weggehaald wordt.
Wethouder Prince stelt, na enige discussie hierover, dat de hoogte van het
subsidie aan de bibliotheek nog niet vaststaat, maar dat hij daarop terug
wil komen bij de herziening van de subsidieverordening. Hij vervolgt met
de peuterspeelzaal. In aanvang heeft het college gekozen voor een peuter
speelzaal-plus. Het bestuur van de peuterspeelzaal zag aanvankelijk een
mogelijkheid om zo'n peuterspeelzaal-plus te realiseren, met gebruikmaking
van een rijkssubsidie van 35.000, Bij de uitwerking van het kosten
plaatje bleek echter, dat de kosten aanmerkelijk hoger uitvielen dan was
voorzien. In dat kostenplaatje zegt hij tot de PvdA, was uitgegaan van een
eigen bijdrage van de ouders, berekend aan de hand van een hoog gemiddelde
wat betreft kinderopvang in de regio, dus niet inkomens-afhankelijk, wat
ook moeilijk is wanneer men nog niet precies weet, wie de desbetreffende
kinderen zijn.
Op een vraag van raadslid Van de Kreeke zegt spreker, dat hij hiermee in
principe niet bedoelt, dat er in de toekomst een bijdrage qua inkomen
wordt gevraagd. Ook zegt hij hiermee niet, dat hij die mogelijkheid voor
de toekomst uitsluit. In het overleg met het bestuur van de peuterspeel
zaal zal geconcludeerd moeten worden, wat de beste oplossing is.
De voorzitter weet het niet geheel zeker, maar volgens hem is het zelfs
voorgeschreven dat de eigen bijdrage inkomens-afhankelijk is.
Raadslid Van de Kreeke had inderdaad hierop later willen terugkomen, want
de veronderstelling van de voorzitter is juist.
Wethouder Prince gaat verder. In de stimuleringsmaatregel kinderopvang
wordt aangegeven, dat het voor kleinere gemeenten aanbeveling verdient om
in samenwerking met buurgemeenten kinderopvang te organiseren. Het aantal
opvangplaatsen is in dergelijke gemeenten nl. zo klein, dat een zelfstan
dige realisering van kinderopvang uit bedrijfseconomisch oogpunt moeilijk
zal zijn. Het college is eveneens tot die conclusie gekomen en zal met het
bestuur van de peuterspeelzaal de mogelijkheden bezien om eventueel met
een buurgemeente tot samenwerking te komen. Binnenkort, zo antwoordt spre
ker op een vraag van de VVD, heeft een gesprek met het bestuur plaats en
zo snel mogelijk daarna zal dan eventueel contact met een buurgemeente
worden opgenomen.
Raadslid Braat vraagt of de noodzaak tot samenwerking al is aangetoond of
nog discutabel is.
Wethouder Prince antwoordt, dat die noodzaak eigenlijk al uit het overge
legde kostenplaatje blijkt, maar over dit laatste wil het college eerst
nog in gesprek gaan met het bestuur van de peuterspeelzaal.
Raadslid Van Casteren vraagt, of de gemeente het rijkssubsidie voor 1990
misloopt, als blijkt, dat dit jaar geen peuterspeelzaal-plus kan worden
gerealiseerd, aangezien er eerst nog contacten met een buurgemeente zouden
moeten worden gelegd.
Wethouder Prince antwoordt, dat er geen subsidie voor 1990 wordt ontvangen
als de gemeente in dat jaar geen kindplaatsen realiseert.
-80-