geven.
Raadslid Van de Kreeke interrumpeert. Wanneer het college met een begro
ting en een investeringsplan komt en daar een dekkingsplan op zet, dan
behoort de raad ervan uit te kunnen gaan dat datgene, wat hij dekt, ook
feitelijk gebeurt. Wanneer fracties hier voor het komende begrotingsjaar
met nieuwe investeringen komen die geld gaan kosten, dan zal zo'n fractie
ook maar aan moeten geven waar dat geld vandaan moet komen; zo is dat in
de politiek gebruikelijk. Het college kan niet zeggen: we hebben het een
en ander in het investeringsplan opgenomen, we hebben het met name ge
noemd, maar als we het niet uitvoeren, dan is er in ieder geval geld,
waarmee andere leuken dingen kunnen worden gedaan, bijv. dingen, die hier
door de raad naar voren worden gebracht. Dat is volgens hem niet juist.
Het college maakt inhoudelijk een investeringsplan en zet daarop een dek
kingsplan, en daartegen zegt de raad hedenavond ja of nee. Dan moet de
raad kunnen aannemen dat het een serieus investeringsplan is en niet een
plan, geënt op plannen die vermoedelijk niet doorgaan. Toen het college
51.000,kapitaallasten opvoerde voor het plan om de gehele Oosterhout-
seweg van een slijtlaag te voorzien zal menig raadslid allicht gedacht
hebben: moet dat nou, want het grootste deel van die weg ligt er toch
prachtig bij? Nu kan het college natuurlijk niet gaan zeggen, dat er met
die 51.000,iets anders gedaan kan worden als het werk aan de Ooster-
houtseweg niet doorgaat. Dat vindt spreker geen juiste politieke benade
ring naar deze raad toe ten aanzien van de vraag: wilt u alstublieft de
belastingen verhogen, want we hebben een dekkingsplan nodig.
De voorzitter ontkent dit met klem. Het college zegt sinds 1985 jaar en
dag, dat de gemeente 3 ton wil besteden aan het onderhoud van de gemeente
lijke wegen. Dat zegt het college ook dit jaar weer. Tegelijkertijd zegt
hij, dat in het in 1985 opgestelde onderhoudsplan van de wegen, die wegen
aan de orde waren. Een slijtlaag dient elk vijf jaar vernieuwd te worden
en de visuele inspectie van een slijtlaag vergt een onderzoek, en - hoe
hoog hij de raadsleden ook acht - daartoe is de raad toch niet in staat.
De slijtlaag op het gedeelte ten noorden van het kruispunt Langelaar/Aan-
stede ligt daar langer dan 5 jaar. Dat wordt dus onderzocht en mocht
blijken, dat die werkzaamheden een jaar opgeschoven zouden kunnen worden,
dan zijn andere prioriteiten invulbaar. En dat, zo heeft het college de
raad verteld, is in het verleden wel meer gebeurd. Het dekkingsplan is
dus een serieus plan.
Raadslid Van de Kreeke blijft erbij, dat zulks niet politiek zuiver is.
Ook al heeft de raad geen verstand van wegen, men kan zich toch indenken
dat een slijtlaag op een weg niet na een jaar versleten is. Zijn fractie
heeft dan ook verzocht om, in verband met allerlei ontwikkelingen, te
wachten met het noordelijk gedeelte, mocht het zo zijn, dat dat gedeelte
alleen maar aan de orde is. Dan kan het college toch niet zeggen, dat
voor dat geld wel wat anders kan worden gedaan?
De voorzitter antwoordt, dat het in dit geval gaat over de hele Ooster-
houtseweg ten noorden van de kruising Langelaar/AanstedeAlles van de
Oosterhoutseweg binnen de bebouwde kom hoort daarbij
Raadslid Van de Kreeke vindt het hoofdzakelijk een kwestie van principe.
Het college vraagt de raad om belastingverhoging om iets te dekken, wat
het college van plan is. Als dat dan niet doorgaat is het college ver
plicht om dat dan terug te geven aan de belastingbetaler. Er ligt een
relatie tussen investering, dekking en belastingverhoging.
De voorzitter is dat met hem eens. Het college voorziet voor 1991 deze
uitgaven. Wanneer daarvan een deel niet doorgaat kan het daarvoor bestem
de geld worden ingebracht voor andere prioriteiten, zoals de Groenstraat,
zodat er dan niet opnieuw een beroep behoeft te worden gedaan op de belas
tingbetaler. In het gunstigste geval - theoretisch gesproken - zou men
kunnen zeggen: je kunt toch tot belastingverhoging overgaan. Maar hiermee
-88-