gemeente teteringen
Raadsvergadering 20 december 1990.
Agendanr. g.
Voorstel tot het vaststellen van een Verordening Kinderopvang Teteringen.
Aan de raad,
Op 1 januari 1990 trad de Stimuleringsmaatregel Kinderopvang in werking. Doel
van deze rijksbijdrageregeling is het aantal kinderopvangvoorzieningen in Ne
derland fors uit te breiden. Op basis van artikel 14 van de Welzijnswet kunnen
gemeenten gedurende vier jaar een rijksbijdrage ontvangen. Daarmee worden zij
geacht nieuwe opvangplaatsen te creëren voor kinderen die nog niet de leer
plichtige leeftijd hebben bereikt. Het geld mag alleen worden aangewend voor
kinderopvang die wordt geboden door kinderdagverblijven en via zogenaamde gast
ouderbureaus
Behalve deze kwantitatieve uitbreiding van kinderopvang wil de rijksoverheid
ook de kwaliteit van de voorzieningen waarborgen. Daarom is één van de voor
waarden om voor een rijksbijdrage in aanmerking te komen, dat gemeenten vóór
1 januari 1991 een verordening op de kinderopvang hebben vastgesteld.
Deze verordening moet betrekking hebben op kinderdagverblijven en gastouderop-
vang die (mede) met de rijksbijdrage worden bekostigd.
Volgens de Stimuleringsmaatregel kinderopvang moeten in de gemeentelijke ver
ordening kinderopvang ten minste de volgende aspecten zijn opgenomen:
- eisen met betrekking tot veiligheid en hygiëne;
- eisen ten aanzien van de accommodatie (brandveiligheid en pedagogische
geschiktheid)
- normen ten aanzien van de groepsgrootte en de openingstijden van de
voorziening
- aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering;
- eisen met betrekking tot de vakbekwaamheid van het personeel.
Al deze aspecten maken deel uit van de u thans voorgelegde Verordening Kinder
opvang Teteringen. Deze is gebaseerd op een door de VNG opgestelde Modelveror
dening Kinderopvang. Over de in het model opgenomen kwaliteitseisen, die moe
ten worden beschouwd als minimum-eisen voor een verantwoord niveau van kinder
opvang bestaat brede consensus.
Zo is over de inhoud ervan overeenstemming met het ministerie van WVC.
Gemeenten die deze modelverordening overnemen kunnen er volgens de VNG dan ook
van uitgaan, dat deze door het ministerie zal worden beschouwd als een voldoen
de waarborg voor de kwaliteit van de met behulp van de Stimuleringsgelden ge
subsidieerde voorzieningen. Daarbij is tevens duidelijk kenbaar gemaakt dat
gemeenten die lagere eisen stellen erop kunnen rekenen, dat het ministerie
daarmee niet accoord zal gaan.
De belangrijkste eisen (groepsgrootte, aantal leid(st)ers per groep, aantal
vierkante meters per kind, opleidingseisen van de functionarissen, brandbevei
liging en gezondheid) zijn in de verordening zelf opgenomen.
Teteringen, 11 december 1990
-9-