slecht leven met de kennelijke realiteit, dat er geen bindende afspraken
zijn gemaakt om deze belangwekkende en vermoedelijk verstrekkende informa
tie op een eenduidige manier te ventileren. Zijn fractie spreekt haar gro
te ongerustheid uit over deze gang van zaken en verzoekt met klem om een
volledige openheid van zaken m.b.t. de procedure van communicatie naar de
desbetreffende raadscommissies en vraagt wat er besproken is in de stads
gewestvergadering van 14 december jl. inzake dit punt. Tenslotte vraagt
hij of er duidelijkheid kan worden verstrekt over de tijdsplanning, waarin
het rapport-Konijnenbelt moge verschijnen.
Raadslid Van Casteren zegt, dat een van de wezenlijke taken van een raads
lid is om een controlerende rol te vervullen. Het wordt hem echter wel
moeilijk gemaakt om dit goed te doen door de omvang van de stukken van de
Gewestraad. Als het zelfs een raadslid niet lukt, dan moet het voor de
burgers toch moeilijk worden om een en ander te volgen. Een en ander komt
de democratische besluitvorming vast niet ten goede. Volgens de Dorpsge
meenschap zou een stap in de goede richting zijn het maken van een BIEO
(begroting in een oogopslag), zoals ook reeds in vele gemeenten gebeurt.
Mogelijk zou dat ook in het Stadsgewest kunnen worden overwogen.
De voorzitter antwoordt, dat het uiteraard vanuit de gemeente niet moge
lijk is om enige verantwoordelijkheid te nemen voor hetgeen er gepasseerd
is in een commissie van een andere gemeente. Er zijn inderdaad afspraken
gemaakt, dat er een tussenstap zou worden gegeven over hoe het denken was
over de maatregelen in het rapport-Konijnenbelt, die echter totaal nog
niet vaststonden en waarvan het ook in het geheel niet zeker was, dat die
tenslotte als zekerheid in het rapport zouden worden gepubliceerd. Dat
heeft spreker dus in de commissie gedaan, zo ook andere collega-voorzit
ters van andere gemeenten. Hij heeft op dat ogenblik dus de informatie aan
de commissieleden gegeven, waarover hij beschikte; dat was conform de on
derling daarover gemaakte afspraken. In de stadsgewestvergadering van 14
december jl. zijn hierover nauwelijks opmerkingen gemaakt; wél over de
verhouding tussen dit onderzoek in de Stadsregio en de rest van het Stads
gewest, doch dat waren wat algemene opmerkingen.
Raadslid Van de Kreeke zegt ook, dat er tijdens de vergadering alleen zij
delings op de bedoelde publicatie is ingegaan.
De voorzitter vervolgt. Het is de bedoeling, dat er in de tweede helft van
januari een bijeenkomst zal zijn van de hele "klankbordgroep", dus de
burgemeesters van alle deelnemende gemeenten en de 3 professoren, die in
de commissie Konijnenbelt zitten, waar de eindtekst van het rapport wordt
opgesteld.
Wat raadslid Van Casteren heeft opgemerkt komt grotendeels overeen met
hetgeen hierover in de gewestraadsvergadering gezegd werd. Toegegeven is,
dat een zo geweldige hoeveelheid stukken, met daarnaast ook nog de begro
tingsbehandeling, eigenlijk niet kon. Gezegd is ook, dat dit toevallig so
samenviel, maar dat de agenda's meestal minder uitgebreid zijn. Op een
voorstel om de begrotingsbehandeling in een aparte vergadering te doen
plaatsvinden, is evenwel niet ingegaan. De begroting vergde namelijk an
derhalf uur en de agenda daarnaast een uur, zodat de voorzitter zei, dat
het bestop één avond kon. Natuurlijk kreeg hij daarop te horen, dat men
dieper op de begroting zou zijn ingegaan, als daarvoor tijd was geweest.
Raadslid Van de Kreeke merkt op, dat er toch wel vragen zijn gesteld en
ook behoorlijke kritiek is geleverd op deze agenda. Diverse fracties vin
den ook, dat er voor de behandeling van sommige agendapunten te weinig
tijd is geweest.
Raadslid Van Casteren vraagt zich af, of hij hieruit moet concluderen, dat
hetgeen wordt besloten in het Stadsgewest voor een belangrijk deel het
werk van de ambtenaren is. Niet, dat hij van de ambtenaren geen hoge pet
zou ophebben, maar wel vindt hij, dat in de gewestraad toch zeker de stem
van de diverse gemeenteraden moet doorklinken.
-23-