De voorzitter antwoordt, dat er deze keer nogal wat hamerstukken bij wa
ren, die al uit en te na in commissies en in portefeuillehoudersoverleg
waren besproken, bijvoorbeeld milieubeleid en afvalverwerking. Spreker
merkt op, dat de suggestie om een BIEO samen te stellen, ook in de stads-
gewestraad naar voren is gekomen. Zodoende zijn de zaken dan voor raadsle
den gemakkelijker te overzien en zo'n BIEO zou opgenomen kunnen worden in
regelmatige publicaties van het Stadsgewest, zodat zeer velen van bijvoor
beeld een begroting van het Stadsgewest kennis kunnen nemen. Hij zal deze
suggestiedaarom meenemen in het D.B. of het portefeuillehoudersoverleg Al
gemene Zaken.
Raadslid Van de Kreeke vindt het prettig, dat hij uit onverwachte hoek, de
Dorpsgemeenschap, steun krijgt voor de opvatting van de PvdA betreffende
de niet-gekozen vierde bestuurslaag.
De voorzitter merkt op, dat de aanhef van de interventie van De Dorpsge
meenschap melding maakte van het Stadsgewest als verlengd lokaal bestuur
etc. De terminologie van raadslid Van de Kreeke betreffende de vierde be
stuurslaag spoort hiermee niet geheel en al.
Raadslid Van Casteren heeft overigens bij de Algemene Beschouwingen een
rapport van de Raad voor het Binnenlands Bestuur aangehaald, waarin in die
richting enige openheid werd aangeboden, zonder nu direct te spreken van
een vierde bestuurslaag, maar toch de mogelijkheid om te komen tot een
meer regionale aanpak van een aantal zaken, die op een hoger plan dan tot
nu toe getild zouden moeten worden. Men kan dat een vierde bestuurslaag
noemen: de raad doet dat zeker niet en over deze stelling zal nog wel heel
wat gediscussiëerd worden.
In tweede termijn zegt raadslid Braat, dat hij over de zeer belangrijke
kwestie van de publicatie van het college niet een duidelijk antwoord
heeft gekregen. Ook weet hij nu niet, hoe nu precies de procedure luidt
m.b.t. de communicatie naar de commissies toe. In de Teteringse commissie
van 6 december werd vertrouwelijk gesproken over de reorganisatieplannen
in de stadsregio. Op 11 december stond alles in geuren en kleuren in De
Stem. Wat moet hij daarmee nu als commissielid?
Uitermate belangrijke ontwikkelingen, die niet over 5 of 10 jaar, maar mis
schien al in 1991 aan de orde komen, die diep kunnen insnijden in het
functioneren van raden in de 8 onderscheiden gemeenten. Hij begrijpt niet,
dat daarover in andere gemeenteraden geen vragen over gesteld zijn, dat
ligt dan misschien wel aan hemzelf. Het verbaast hem, dat iedereen zoiets
maar als een vanzelfsprekendheid aanvaardt.
Tussen deze 8 gemeenten zullen toch wel afspraken gemaakt zijn over de
wijze van ventileren naar de desbetreffende commissies van Algemene Zaken
toe? En hoe kan het dan, dat op 11 december op een vraag van een Etten-
Leurs commissielid de heer Van der Ven open en bloot zijn verhaal vertelt,
waar dan kennelijk de pers bij zit? Zijn vraag is daarom: is daarover een
procedure afgesproken?
De voorzitter herhaalt, dat een gemeente niet aangesproken kan worden voor
iets, dat een andere gemeente doet. Bovendien heeft de burgemeester, die
de vijf kleinere gemeenten rondom Breda vertegenwoordigt, de anderen inge
licht over de stand van zaken. Afgesproken is, dat dit aan de respectieve
commissies Algemene Zaken vertrouwelijk zou worden meegedeeld. Dat heeft
spreker dus gedaan.
Raadslid Braat zou hieruit dan willen concluderen, dat de burgemeester van
Etten-Leur dat vertrouwen dus heeft geschonden. Of ziet hij dat verkeerd?
De voorzitter antwoordt, dat het raadslid zijn eigen conclusies moet trek
ken, maar spreker zelf zou dat zo niet willen zeggen. Misschien heeft de
heer Van der Ven iets verkeerd begrepen, misschien is het een ongelukkige
samenloop van omstandigheden geweest.
Raadslid Braat vraagt alleen, of de voorzitter uitleg kan geven over de
gang van zaken met betrekking tot de gevolgde procedure van communicatie
-24-