Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van het
leveren en plaatsen van rateltikkers in de vekreerslichteninstallaties
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkom
stig het voorstel van burgemeester en wethouders.
Voorstel tot vaststelling van een Verordening Kinderopvang Teteringen
Raadslid Valk doet de suggestie om mogelijkheden voor gastouderopvang te
bezien.
Raadslid Van Hasselt-Blankers merkt op dat vaststelling van de verordening
niet slechts een formaliteit is, maar dat deze ook ten uitvoer moet worden
gebracht. Daarnaast vraagt zij aandacht voor de salariëring van het perso
neel van de Peuterspeelzaal.
Raadslid Brounts zegt, dat de gemeente in 1990 de Oort-gelden is misgelo
pen, omdat toen de kinderopvang nog niet was gerealiseerd. Zij wijst erop,
dat tijdens de algemene beschouwingen 1990 de kinderopvang als te ontwik
kelen beleid is genoemd. Op welke termijn denkt het college hiertoe over
te gaan? De PvdA heeft al eerder gepleit voor een inkomens-afhankelijke
eigen bijdrage voor de Peuterspeelzaal. Wanneer deze wordt ingevoerd, zou
dit probleem dan misschien op te lossen zijn, of is er dan nog een hoger
subsidie nodig? Is het college eventueel bereid om subsidie te verlenen?
Wethouder Prince antwoordt, dat met het bestuur van "Het Kruimelsoosje"
onlangs is afgesproken om vooralsnog de kinderopvang niet te koppelen aan
het peuterspeelzaalwerkVolgens de huidige verordening is de gemeente
niet verplicht om de CDA-eisen voor het ingebouwde peuterwerk toe te pas
sen op het niet ingebouwde peuterwerk, dus voor "Het Kruimelsoosje". Maar
hij weet zeker, dat in de toekomst dit niet ingebouwde peuterspeelzaalwerk
deel zal gaan uitmaken van de CAO-Welzijn. Dat het niet ingebouwde peuter
speelzaalwerk nog niet in de verordening wordt betrokken, heeft meerdere
redenen: de verordening wordt nu vastgesteld om te voldoen aan de voorwaar
den van het Rijk om de rijksbijdrage voor de kinderopvang veilig te stel
len. Ook wil het college niet door middel van deze verordening het bestuur
van de peuterspeelzaal plotseling voor eisen gaan stellen voor wat betreft
accommodatie, veiligheid, hygiëne enzovoorts, waaraan men momenteel mis
schien nog niet kan voldoen. Bovendien mag het niet zo zijn, dat het ge
meentebestuur zich door vaststelling van deze verordening verplicht om het
peuterspeelzaalwerk te gaan bekostigen volgens de CAO-Welzijn. Dat moet in
alle zorgvuldigheid gebeuren en dan moet er inzicht zijn in de extra kos
ten, die dat met zich meebrengt. In februari/maart 1991 zal hierover een
informele raadsvergadering worden belegd om met elkaar van gedachten te
wisselen over de bekostiging van het peuterspeelzaalwerk, om te bezien in
hoeverre de subsidie voor het peuterspeelzaalwerk verhoogd dient te worden;
zó belangrijk vindt het college deze zaak.
Het college wil deze zaak niet enkel zien als een formaliteit, zegt hij
tot raadslid Van Hasselt-Blankers. Na lang wikken en wegen is besloten om
peuterspeelzaalwerk en kinderopvang niet aan elkaar te koppelen. Intussen
is er reeds telefonisch overleg geweest met Nieuw-Ginneken en besproken
zal worden of bij het aldaar gevestigde Gastouderbureau kan aangesloten
worden met gastouders uit Teteringen. Tot raadslid Brounts zegt spreker,
dat men inderdaad 3.500,is misgelopen, maar dat bedrag zou alleen
uitgekeerd worden bij voldoende kindplaatsen. Gezien de uitslag van de en
quête zouden er niet zoveel plaatsen zijn, dat dat bedrag ook volledig zou
zijn ontvangen. Ook in de model-verordening was artikel 17 niet opgenomen.
Om de hiervoor geschetste redenen wil het college dit artikel vooralsnog
niet opnemen. De bijdrage voor de peuterspeelzaal is niet inkomens-afhan
kelijk; dat is ook nog niet verplicht, zoals wel eens gesuggereerd is. De
bijdrage, die de ouders thans leveren, ligt aanmerkelijk boven het gemid
delde. Mocht de bijdrage inkomens-afhankelijk worden gesteld, dan zou die
-30-