-31- zelfs omlaag gaan, waardoor het subsidie zou stijgen. In tweede termijn zou raadslid Valk nog sterker willen aandringen op tot standkoming van het gastouderproject, waarover met Nieuw-Ginneken reeds overleg plaatsvindt. Zijn fractie is daar voorstander van. De moeilijkheid bij het peuterspeelzaalwerk is, zoals ook al in de commissie is gezegd, dat eigenlijk de gemeente wel het geld wil ontvangen, maar dat nog niet voldaan is aan de daarvoor gestelde eisen. Waar baseert het college de stelling op, dat de ouderbijdrage omlaag zou gaan als deze afhankelijk wordt gesteld van het inkomen? Raadslid Van Hasselt-Blankers vraagt zich af, of zij het goed heeft begre pen, dat Het Kruimelsoosje momenteel niet veilig of niet hygiënisch zou zijn. Raadslid Brounts is hiervan ook geschrokken. Er is in de commissie gezegd, dat alle fracties zo'n verordening zo belangrijk vinden en evenals in een kinderdagverblijf moeten ook voor een peuterspeelzaal heel duidelijke ei sen worden gesteld wat betreft hygiëne en brandveiligheid. Als door het wijzigen van dit artikel deze eisen plotseling niet meer aan een peuter speelzaal worden gesteld, dan schrikt zij daar zeer van. Zij is het daar mee totaal niet eens. Dat is nog een heel ander punt dan de salariëring. Hoe belangrijk vindt de gemeente deze opvang van jonge kinderen en hoeveel aandacht wordt daaraan gegeven? Spreekster vindt, dat dit nu juist gemini maliseerd wordt. Dat de ouderbijdrage omlaag gaat, als de rijksrichtlijnen worden gevolgd, betekent voor haar dat er nu heel wat ouders zijn, die veel meer moeten betalen dan zij eigenlijk kunnen. Zij weet best, dat er regels zijn, zodat er ontheffing kan worden gevraagd, maar het is toch heel vervelend om dat steeds weer opnieuw te moeten gaan regelen. Zij vindt het zeker belangrijk om over deze zaken nog eens door te praten. Raadslid Van Casteren wil opmerken, dat het vaststellen van de verordening los moet worden gezien van de salariëring van de leidsters. Overigens moet bij deze vaststelling niet de suggestie worden gewekt, dat de hoogte van deze salariëring voorlopig maar zou moeten worden gelaten voor wat zij is. De Dorpsgemeenschap acht het toch wel opportuun om op korte termijn hier over te gaan overleggen. Raadslid Van de Kreeke interrumpeert. Hij vindt het vreemd, dat de Dorps gemeenschap het peuterspeelzaalwerk onder de werking van de verordening wil stellen, maar de salariëring erbuiten wil laten. Raadslid Van Casteren meent, dat zo spoedig mogelijk met de kinderopvang dient te worden begonnen. Dat mag niet afhangen van het al of niet kunnen betalen van de salarissen op dit moment. Raadslid Van de Kreeke vat samen: de Dorpsgemeenschap zegt niet, dat de salarissen niet omhoog mogen, maar wil daar nu niet over praten om het geld voor de kinderopvang binnen te halen. Raadslid Van Casteren antwoordt, dat de Verordening Kinderopvang Teterin- gen snel moet worden vastgesteld, om het mogelijk te maken dat er kinder opvang in Teteringen plaats gaat vinden. En om op dit moment de discussie over artikel 17 uit de weg te gaan, wil de Dorpsgemeenschap de verordening heden vaststellen, maar wil daarna snel gaan praten over dat artikel. De PvdA begrijpt dus goed het standpunt van zijn fractie dat de Verordening wordt vastgesteld en dat De Dorpsgemeenschap genegen is om op een later tijdstip over de CAO-Welzijnswerk overleg te plegen. Wethouder Prince meent, dat hij deze laatste essentie ook duidelijk had ge maakt. Hij heeft gezegd, dat het college deze zaak zo belangrijk vindt, dat daarover een informele raadsvergadering zal worden belegd. Daarmee be doelt hij: praten over peuterspeelzaalwerk, maar meer expliciet de vergoe ding, die de leidsters daarvoor zullen moeten krijgen. Ook het college vindt deze vergoeding aan de lage kant, voorzichtig gezegd; die moet dus omhoog, maar het college vraagt zich af of die vergoeding meteen omhoog moet naar het niveau van de CAO-Welzijn, omdat daaraan een behoorlijk kos-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 31