wen G.S. van Noord-Brabant gemeentelijke herindeling als het meest effectie
ve en dus primaire provinciale instrument voor vernieuwing van de locale
bestuursinrichting, ook in stedelijke gebieden. Samenwerking tussen gemeen
ten kan in de ogen van het college geen alternatief zijn voor gemeentelijke
herindeling". Dus: niets oplossen van knelpunten, maar gewoon doorzetten
van de visie van de voorman van een partij, die groot geworden is juist in
deze bedreigde gemeente. De verleiding is groot om nu te stoppen, maar zijn
fractie heeft besloten dit niet te doen en inhoudelijk in te gaan op dit
stuk
De opmerking over het verschaffen van duidelijkheid aan burgers en bestuur
ders spreekt hem bijzonder aan. Werkzaamheden dreigen te verstikken onder
de voortdurende aandacht voor herindelingsplannen. Geconstateerd wordt, dat
in de provincie de gemeentelijke herindeling lange tijd ongewijzigd is ge
bleven, terwijl zich in onze samenleving ingrijpende veranderingsprocessen
hebben afgespeeld. De Dorpsgemeenschap is het daarmee eens, maar merkt op,
dat de economische vooruitgang in Noord-Brabant tot de grootste van het
land gerekend mag worden. Zij conclusie is dan ook, dat in de ogen van de
provincie een aan verandering toezijnde gemeentelijke indeling kennelijk
geen grote negatieve invloed heeft gehad. Hij deelt dan ook niet de conclu
sie van de provincie, dat het voor het gelijke tred laten houden van het
functioneren van de Noordbrabantse gemeenten van het grootste belang is om
te komen tot een aanmerkelijke schaalvergroting. Intergemeentelijke samen
werking heeft veel bijgedragen tot een beter functioneren van het lokaal
bestuur, maar mag niet in de plaats komen van herindeling, zo wordt gecon
stateerd. De provincie haalt de nota Bestuur op niveau aan, maar stelt tege
lijkertijd dat naast dit streven naar het versterken van de lokale bestuurs
laag herindeling geboden blijft, zelfs daaraan moet voorafgaan. De logica
daarvan ontgaat hem. Liggen hieraan wellicht andere belangen ten grondslag?
ook de provincie oriënteert zich op mogelijkheden tot bestuurlijke samenwer
king, c.q. schaalvergroting van provincies. Wordt hier gepleit voor het
laten samengaan van een aantal provincies, of komt hier een oud idee van
een twintigtal mini-provincies om de hoek kijken en kan men die dan zien
als grote, stedelijke regio's, waarbij de provincies dus verdwenen zijn?
Ook wordt opgemerkt dat herindeling nauw aansluit bij de grondwettelijke
beginselen van decentralisatie en democratische controle, dicht bij de bur
ger. Daar begreep zijn fractie niets meer van. Hoe kan nu gesteld worden,
dat schaalvergroting leidt tot decentralisatie en meer democratische contro
le? Daarna wordt een opsomming gegeven van zaken, die bij een aanzienlijke
schaalvergroting beter kunnen geschieden. Daarmee is zijn fractie het eens,
maar zij meent dat vorming van een Stadsregio hiervoor een bij uitstek geëi
gend middel kan zijn. Ook zouden volgens de nota grotere gemeenten in hun
functioneren problemen ondervinden omdat zij niet de ruimte, de schaal en
het draagvlak bezitten die nodig zijn voor het vervullen van hun taak en
functie. Dus toch, zo stelt De Dorpsgemeenschap, alles ter meerdere eer en
glorie van Breda. Immers, ruimte is er bij onze buurgemeente voldoende; de
schaal en het draagvlak zijn evenredig te maken met de behoefte van de ge
meente. Aan prestige-objecten wenst zijn fractie niet mee te betalen. De
door de provincie gewenste samenwerking van de gemeenten na herindeling
lijkt hem een voorbode voor het ontstaan van een supergemeente, omdat anders
weer de gevreesde vierde bestuurslaag zou ontstaan. Hij citeert: "Alvorens
tot herindeling en grenscorrectie wordt overgegaan zal eerst worden bezien
of langs andere weg een verantwoorde oplossing kan worden bereikt". Deze
passage lijkt in strijd met hetgeen in de aanhef gezegd is. Toch biedt het
mogelijk ook een aangrijpingspunt voor Teteringen zich met nog meer kracht
te richten op de totstandkoming van de Stadsregio, als alternatief voor her
indeling, om daarmee de provincie de wind uit de zeilen te nemen.
Bij de uitwerking wordt gewezen op hetgeen een gemeente zelfstandig moet
kunnen; uit de opsomming valt op te maken, dat maar weinig gemeenten aan
-21-