De voorzitter heropent de vergadering op 5 maart 1991 om 20.00 uur en deelt
mede, dat raadslid Valk verhinderd is.
11. Voorstel inzake het verzoek om voorziening ex art. 51, lid 2 van de Woning
wet, van de heer A. Pols
Raadslid Braat vraagt, hoelang de privaatrechtelijke overeenkomst een blok
kade vormt voor de toepassing van art. 18a van de Wet op de ruimtelijke
ordening.
Raadslid Van Hooydonk-Rijken verklaart, dat haar fractie akkoord gaat met
het voorstel.
Wethouder Verstegen antwoordt, dat de blokkade blijft bestaan zolang de
overeenkomst rechtskracht heeft.
Raadslid Braat informeert daarop, of eenzijdig opzeggen mogelijk is.
Raadslid Van de Kreeke informeert of er nog oorspronkelijke eigenaren in
het bungalowpark wonen.
Wethouder Verstegen antwoordt, dat eenzijdig opzeggen niet mogelijk is.
Tijdens de bespreking met de bewoners in mei 1989 waren nagenoeg alle be
woners aanwezig en men was bijna unaniem van mening, dat de overeenkomst
gehandhaafd moest blijven.
De voorzitter vult nog aan, dat er sprake is van een kettingbedingwaar
aan iedere nieuwe eigenaar gebonden is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders.
12. Voorstel tot het benoemen van een ambtenaar van de burgerlijke stand
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
13. Voorstel tot het beschikbaar stellen van middelen voor uitvoering milieu
technische samenwerking
Raadslid van de Kreeke vraagt, waarop het uurloon van de milieudienst ge
baseerd is.
Raadslid Van Hooydonk-Rijken zou graag zien, dat deze uitgaven in het ver
volg in de begroting worden geraamd.
Wethouder Verstegen antwoordt, dat het uurloon wordt becijferd door de
milieudienst Breda. Dit is een punt van overleg in het portefeuillehouders-
overleg van het Stadsgewest. De uitgaven in het kader van de milieutech
nische samenwerking zullen inderdaad in het vervolg in de begroting worden
geraamd
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders.
14. Voorstel tot het instemmen met het convenant Milieutechnische Samenwerking
Stadsgewest Breda
Raadslid Adriaansen vraagt naar de consequenties van het afbouwen van de
overcapaciteit
Wethouder Verstegen geeft ten antwoord, dat er financiële noch juridische
consequenties zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders.
-30-