3. Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid is eenieder die een
hond bij zich heeft verplicht, op nader door burgemeester en wethouders aan
te wijzen wegen en/of terreinen en/of gebied, een door burgemeester en
wethouders aangewezen hulpmiddel ter onmiddellijke verwijdering van
eventueel van die hond afkomstige uitwerpselen bij zich te hebben.*";
Artikel 35
Artikel 2.4.19 wordt gelezen als volgt:
Artikel 2.4.19 Gevaarlijke honden
1 Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblij
ven of te laten lopen op of aan de weg of op het terrein van een ander:
a. anders dan kort aangelijnd, nadat burgemeester en wethouders de eigenaar
of de houder schriftelijk hebben medegedeeld dat zij die hond gevaarlijk
of hinderlijk achten en zij een aanlijngebod in verband met het gedrag
van die hond noodzakelijk vinden;
b. anders dan kort aangelijnd en voorzien van een muilkorf, nadat burgemees
ter en wethouders de eigenaar of de houder schriftelijk hebben medegedeeld,
dat zij die hond gevaarlijk of hinderlijk achten en zij een aanlijn- en
muilkorfgebod in verband met het gedrag van die hond noodzakelijk vinden.
2 In afwijking van Artikel 2.4.17, aanhef en onder c, geldt voor het bepaalde
in het eerste lid bovendien dat de hond moet zijn voorzien van een optisch
leesbaar, niet verwijderbaar identificatiekenmerk in het oor of in de buik
wand, inhoudende: een getatoeëerd nummer, dat - in daarvoor aangewezen geval
len - overeenstemt met de gegevensverwerking van de Stichting registratie
gezelschapsdieren Nederland casu quo de Raad van beheer op kynologisch ge
bied in Nederland.
3 In het eerste lid wordt verstaan onder:
a. muilkorf: een muilkorf die voldoet aan het bepaalde in artikel 1 van de
regeling muilkorven voor honden bij hondsdolheid (Stcrt1988148)
b. kort aanlijnen: aanlijnen van een hond met een lijn met een lengte, geme
ten van hand tot halsband, die niet langer is dan 1,50 meter.;
Artikel 36
In Artikel 2.5.1 wordt de begripsomschrijving "A Opkoper:" gelezen als volgt:
de handelaar in juwelen, klokken, fietsen, bromfietsen, motorfietsen, auto's,
film-, televisie-, radio-, audio- en video-apparatuur of onderdelen daarvan,
kunst, antieke goederen of curiosa, en de koper bedoeld in artikel 90 bis
Wetboek van Strafrecht;
Artikel 36a
In Artikel 2.5.3, tweede lid, wordt tussen de woorden "De opkoper" en "behoren
de" de zinsnede "of een voor hem handelend persoon" opgenomen en wordt het
woord "strafrecht" gewijzigd in "Strafvordering";
Artikel 37
In Artikel 2.7.6, eerste lid, worden de woorden "en ontploffingsgevaarlijke
stoffen" gewijzigd in een ontploffingsgevaarlijke stof,", wordt het bepaalde
"onder 9 t/m 26" tussen komma's geplaatst en wordt het bepaalde achter "aan te
wijzen stof," gelezen als volgt:
welke ertoe kan leiden de openbare orde te verstoren of aanleiding kan geven
tot hinder of overlast, op of aan de weg bij zich te hebben.
-8-