-14-
2 Het is verboden op krachtens het eerste lid aangewezen plaatsen:
a zich met een motorvoertuig of een bromfiets als bedoeld in het vorige lid
of met een paard te bevinden; dan wel
b. zich met een motorvoertuig of een bromfiets als bedoeld in het vorige lid
of met een paard te bevinden buiten de in die aanwijzing aangeduide en
als zodanig gemarkeerde paden; dan wel
c. zich met een motorvoertuig, met een bromfiets of met een paard te bevin
den op een in die aanwijzing aangeduid tijdstip.
3 Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor bestuurders van
motorvoertuigen en bromfietsen en voor berijders van paarden
a. ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van
andere krachtens artikel 58 van het Reglement verkeersregels en verkeers
tekens aangewezen hulpverleningsdiensten;
b. die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie van
de door burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen;
c. die worden gebruikt in verband met werken welke krachtens wettelijk voor
schrift moeten worden uitgevoerd;
d. van de zakelijke gerechtigden en huurders en pachters van percelen gele
gen binnen de door burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen;*
e. voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de onder
d. bedoelde personen.;
Artikel 68
In Artikel 5.7.1, derde lid, wordt het eerste woord "het" gewijzigd in "Het" en
worden de woorden "Algemeen reglement vervoer" gewijzigd in "Besluit personen
vervoer"
Artikel 69
a. In Artikel 6.2, eerste lid, wordt het woord "strafvordering" gewijzigd in
"Strafvordering"
b. Artikel 6.2, lid 2, wordt gelezen als volgt:
2 In afwijking van het eerste lid zijn, naast de in artikel 141 van het
Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast met de
opsporing van:
a. overtreding van artikel 4 1.7: de ambtenaren die krachtens artikel 17
van de Wet op de economische delicten zijn belast met de opsporing van
overtredingen van voorschriften gegeven krachtens artikel 11 van de
Wet geluidhinder;
b. overtreding van de artikelen 4.2.4.1 tot en met 4.2.5.3: de ambtenaren,
krachtens artikel 68, derde lid, juncto artikel 86 van de Afvalstoffen
wet, belast met de opsporing van overtredingen van voorschriften
gegeven krachtens artikel 2 van die wet;
c. overtreding van de artikelen 2.7.4 en 2.7.5 voor zover het betreft het
bezigen van vuurwerk, als bedoeld in de lijst van vuurwerken tot een
hoeveelheid van ten hoogste twee kilogram, en 2.7.6: de ambtenaren,
krachtens artikel 11, tweede lid, van de Wet gevaarlijke stoffen,
belast met de opsporing van overtredingen van voorschriften gegeven
krachtens de artikelen 34, vierde lid, 37, tweede lid, en 44 van het
Reglement gevaarlijke stoffen;
d. overtreding van artikel 4.3.3.1, artikel 4.3.4.9 voor zover deze
bepaling het toezicht op de naleving van artikel 4.3 3.1 betreft
alsmede artikel 4.3.4.10, lid 1 onder c en d: de ambtenaren die
krachtens artikel 17 van de Wet op de economische delicten zijn belast
met de opsporing van overtredingen van voorschriften gegeven ingevolge
artikel 1, lid 2, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.;