ven van onderuit is daarom erg belangrijk. In de overgangssituatie zal er
best overlast blijven bestaan, waarmee zo goed mogelijk moet worden omge
gaan. Wanneer echter zou blijken, dat men daarmee niet meer uit de voeten
kan, zal het gemeentebestuur dat inderdaad aan de bevolking duidelijk moe
ten maken.
De voorzitter concludeert, dat met betrekking tot de hele zaak op dit mo
ment nog geen duidelijke antwoorden te geven zijn. Het college blijft hier
mee bezig en zal zeer regelmatig en op korte termijn hierover aan de raad
berichten. Er zitten zoveel haken en ogen aan deze kwestie, dat er in dit
stadium geen zinvolle discussie over mogelijk is.
Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering met het uitspreken van het sluitingsge
bed.
Opgemaakt en vastgesteld,
25 april 1991.
Secretaris
Voorzitter,
Arn. van
-12-