d. maximaal twee leden als afgevaardigden van werkne mersorganisaties op voordracht van: de afdeling Breda van het F.N.V., in overleg met de afdeling Breda van het C.N.V. en het M.H.P.; e. maximaal één lid als afgevaardigde van de werkge versorganisaties op voordracht van het NCW, in overleg met het VNO en het KNOV; f. maximaal twee leden als afgevaardigden van instel lingen van/voor etnische/culturele minderheden op voordracht van: - het bestuur van de vereniging Nos cu nos, in overleg met de stichting belangenbehartiging Surinamers Breda e.o., met betrekking tot één lid; - het bestuur van de stichting centrum voor buiten landers West-Brabant in overleg met de categoria le instellingen voor buitenlanders en culturele minderheden, met betrekking tot één lid; g. maximaal drie leden als afgevaardigden van de ge meente Nieuw-Ginneken, Teteringen en Terheijden, op voordracht van burgemeester en wethouders van de in artikel 4, eerste lid, bedoelde gemeenten, elk met betrekking tot één lid; 4.De in het vorige lid bedoelde leden worden door burge meester en wethouders benoemd uit schriftelijke voor drachten. Artikel 6 VOORZITTER VICE-VOORZITTER SECRETARIS 1.Het beraad wijst een voorzitter aan. De voorzitter mag niet lid zijn van het bestuur van, noch in dienst zijn bij een van de instellingen bedoeld in artikel 5. 2.Het beraad wijst uit zijn midden een vice-voorzitter en een secretaris aan. Artikel 7 ZITTINGSDUUR 1.De zittingsduur van de leden komt overeen met de periode waarvoor het beraad is ingesteld. 2.Een lid kan te allen tijde ontslag vragen. Het lid, aan wie op diens verzoek tussentijds ontslag is verleend blijft deel uitmaken van het beraad totdat het opvolgend lid de benoeming heeft aanvaard. 3.Door het bestuur van een in artikel 5, derde lid ge noemde instelling kan in de plaats van een uit een eerder door dat bestuur uitgebrachte voordracht be noemde lid tussentijds een ander ter benoeming tot lid van het beraad worden voorgedragen. Burgemeester en wethouders zijn in dat geval bevoegd om aan het be treffende lid met onmiddellijke ingang ongevraagd ontslag te verlenen. 4.Voor de benoeming van een lid in een tussentijds opengevallen plaats is de in artikel 5 vastgelegde procedure van overeenkomstige toepassing. 5.Het lidmaatschap van het beraad eindigt: a. door tussentijds ontslag, als bedoeld in het tweede en derde lid;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 15